18 oktober 1992 (4)
uit mijn handen stuiven zeven engelen
van de steen die ik omsluit. zeven
blauwgevlerkten leggen zalvend
hemelzoete spreuken op de zweren in het land.
er schieten geurige bloemen op in het bos
en in de straten vrijen saters en
nimfen op de schoot van een vingerende reus.
herinner je de stem en zing het lied
van de flitsende sterren. uit mijn lichaam
stroomt het warme water dat je streelt
tot elk onderscheid verdwenen is.
rivieren klaren uit en zinderend
de damp stijgt uit de blauwe zee.
mijn zingen neemt jouw zingen mee.
ik dek je toe ik
neem jouw nu en wrijf
het open en alles is het nu
dat niemand schrijven kon.
nu jij weer.
D A G E R A A D
voor e.d. & m.s.
[verwerking van een lyrisch dagboek van 1992-93]
download een afdrukbaar bestand:
dageraad.docx
- ruggelings verkoold, het huis
- verder in dat bos bestaat er geen pad
- alleen in de waanzin is het begrip draaglijk
- je stopt mij in mijn vel
- door haar zijn er nu meningen in mijn spreken
- maak jezelf toch niks wijs
- hoezeer de schijn beschermt
- jij typt mijn krullen om tot letters in jouw boek van zand
- bevlekte vingers
- het licht ritmeert de ornamenten
- de Vlaamse dichter is heden nog laffer dan een priester
- de mechanische reproductie is intelligent geworden
- schuld heeft geen verleden
- aan de andere kant van de stilstaande nacht
- van mijn handen zwermen zeven heksen
- uit mijn handen stuiven zeven engelen
- in mijn handen lag de steen die mij omsloot.
- ijzel
uit de vroege geschriften (1992-93)
- ‘het groene boekje’ geredigeerd op google docs
- alle teksten uit het blauwe boekje I op deze site
- dageraad. dagwerk 92-93
- Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma
- Lees meer uitvoer van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma
de teksten uit ‘het groene boekje’ zijn mee opgenomen in Rigorisme.