T:C9 IT:16
BLT

Kort proza, prozagedichten & poëtisch proza
T:C9 IT:16
T:XIX IT:34
T:XIX IT:34
T:W2 IT:34
De zich nogal generende regering van het land kondigde net een noodplan af waarvan we allen beter zouden worden.
het fonkelde. en de ogen en de handen waren heel even met de nacht alleen. het grauwe lijf zat achter slot en grendel van de angst. buiten sloeg de zuivere lucht witte zeilen open in de zee rond de pupillen, maar de opgesloten longen van het lijf verstijfden en het verschroeide er tot gans het […]
een verjaardagstractatie het is kermis. de pleinen van Stad zijn één woelen van schelle geluiden, schreeuwerige kleuren en vette vreet-en drankwalmen. hoog in de najaarslucht aarzelt Zon tussen het uitbranden van de viezigheid daar beneden en het zich hullen in dikke natte wolken. maar voor het branden heeft Zon zo laat op het jaar niet […]
“Hij had alles verteld. De andere, die ouder was, hadden we maar meteen afgeknald, die zou toch niks lossen. Die zijn kop hing te bloeden op zijn schouder, dat maakt indruk, dan nijpt ge ze al, hoor.” Den Bère vertelt over zijn legioen-jaren. Hij is vandaag vader geworden, komt het vieren aan mijn toog. “Na […]
het is donker geworden.je staat er al uren, in de sneeuw, veel te dun gekleed. verkleumd moet je zijn, maar je geeft geen krimp.je wacht. en wacht. je wacht op mij. maar als ik kom, verbaast het je niet. verheugt het je niet.ik zie dat je merkt dat ik er ben, eindelijk, maar dat verandert […]