volg de arend als het licht verdonkert

volg de arend als het licht verdonkert
onkruid tiert, het rotte stoeit met het rot
Rien n’embellit les murs de ce cloître odieux. happen als de goudvis die naar wolken loertschuddebollen als de duif die koerttot het lichaamskluwen openbarstte,tot haar lichaamskluwen openbarst. rust vervagend, drinkt zo zoetjes,oorlog onverhoeds in stulpen knippert,gulpt dan op en van hun schermen drifttot op kraaknet glas een bloedend klompje ligt. in korte scènes word wellicht […]
Le succube verdâtre et le rose lutin kruisweg in een kromhals : laait, verkilt of smelt de droogstoof in tot de lichaamsgrens vervaagde, tot haar lichaamsgrens vervaagt. armer blijft wie kundig draaitzijn lust en nijd tot stemmig grijs,dan hij die in zijn aarden bedtot dageraad naar zilver graaft. tekort aan dorst wellicht wordt nooit gelaafd.
het vluchtige verwatert, het vochtige verdampt
Et vous, femmes, hélas! pâles comme des cierges eender licht door kathedralen als door ijs dat wellust ving, tot het lichaam mij bedaarde, tot haar lichaam mij bedaart. onbewogen zie ik strakke koordenvan haar ogen naar mijn dood:niet in cirkels boven dakenvliegen duif of meeuw of mus. tekort aan niets wellicht gebiedt de kus.
het lichaam spreekt, de zoen verenigt
Roept luide allen dat ik schuldig ben aan arrogantie, zelfoverschatting en blinde verwaandheid! Tag mij in elk netwerk met die termen en als een mager damhert met rake pijlen in de kont zal ik mij kermend nedervlijen en deze, mijn allezieligste bekentenissen afkondigen aan de mij dan schielijk ontvriendende massa. Het is maar al […]
bokken en geiten rammen en hijgen
Envoie-toi bien loin de ces miasmes morbides; vel op derrie, roos in slijk, op vegen nacht een vaal gezicht tot het lichaam mij bekoorde, tot haar lichaam mij bekoort. vlees verhaalt de zeeën hoe het vocht vergaat in grond. bloemen dichten mij gedurig: doe ik mij sluitend in haar toe, tekort aan haar wellicht is […]
L’enfant désherité s’enivre de soleil een voetafdruk geluid in grint en maanlicht op de wagen viel tot haar lichaam zich weer sloot, tot haar lichaam zich weer sluit. kleur bedacht ik om het haar en om het vlak der ogen te betasten, warmte om het einde van mijn koude op haar poorten voelbaar stuk te […]
de adelaar begrijpt het klimmen niet
Het draagvlak zweeft, waarop jij mij omarmen wil: een web verderf, een bladerdek met in elk blad een nerf die met een knak zijn tak afvallig werd; een laagje daad, waaronder niets jouw ijle droom wil ankeren. Of weet je niet dat in luchtledigheid jouw liefde eender valt als lood? Ik adem en rond het […]
de helpende hand verspreidt ook de brand
AVIS Argumentum : Hunc miseri tumulo ponentem corpora nati garrula limoso prospexit ab elice perdix et plausit pennis testataque gaudia cantu est (Ovidius, Metamorfosen VIII) Heropen hoe het niemand is en daal in cirkels af, stoot door het dorre vel en grijp naar wat twee vlinders van hun vlucht bewaren. Bol dan driemaal de zeven […]
het nieuwe is bron van de herhaling
In ‘Kierkegaard’, het posthuum uitgegeven deeltje van de reeks ‘Monografieën’ van Kok Agora / Pelckmans schuwt Bernard Delfgaauw de grote terts niet om zijn inschatting van het belang van het werk van de productieve Deen duidelijk te maken: “Mijn persoonlijke overtuiging is dat deze schrijver nog steeds (ook door mijzelf) onbegrepen is, en tevens dat […]
alleen de staande poort aanvaardt de berg
II Er was verhevenheid die losgewaaid op marmer rustte: een waas in cirkelvorm, dor gras, of als het binnen was, de geur van hondenhaar indrukbaar tot een plaatje harde draad. Er was een zondvloed van al vluchtige en jij die haar getrouw het brood doormidden brak en heersers met de kruimels voedde. Maar niemand had […]
ARTES Argumentum : ‘Icare’ dicebat : pennas aspexit in undis devovitque suas artes corpusque sepulcro condidit, et tellus a nomine dicta sepulti (Ovidius, Met. VIII) I. Aldus (en onaflatend wordt de naam in verse graven bijgezet) heeft het jou steeds bestaan : een lijn vraagt in het leven om bevestiging, je draait een krul om […]
aan de rand van het licht is er nooit rust
Noot betreffende dit tekstuele gebeuren: Ik heb over Kierkegaard ook alleen maar wat Wikipedia en het boekje uit de reeks ‘Kopstukken uit de filosofie’ gelezen, en van hemzelf enkel vluchtig ‘De Herhaling’, dus een ‘kenner’ ben ik zeker niet. Maar het boeit mij dus ik lees graag verder, samen met u, als u dat wil […]
Bij gebrek aan god kunnen we geen categorieën van godsbewijzen meer presenteren, rijkelijk gespekt met uitgewerkte voorbeelden. Spijtig toch, want dat was best wel amusant en zeer stichtend voor het redeneervermogen van zowel het schrijverken als het publiek dat in die schielijk vervlogen tijden ook nog de tijd had om zich in het geschrevene langdurig […]
mensen vertellen alleen geheimen
VAL Argumentum : tabuerant cerae : nudos quatit ille lacertos, remigioque carens non ullas percipit auras, oraque caerulea patrium clamantia nomen experiuntur aqua, quae nomen traxit ab illo. (Ovidius. Met. VIII) Het is al weg van hem. Een eilandligt met honingraat van stratenver beneden jou in zee geplakt. De mensheid faalt. Cirkels kan jemet een […]
IV. Minos brult en brengt zijn val in kaart,hij stoot zich lachend het bloedin cirkels uit: zijn hoon is wet,zijn stank het deken op je bed. Hij noemt het zoon: ‘Mijn zoon, haar lijf lokt dood in elke toonaard aan’.De hand die om de laatste veereen touwtje snoert, trilt, verraadtdat niets in hem het nog […]
beëindig elk eindje met het begin
VERLICHT Verlicht wil ik zijn, Ooit. Nu heb ik aambeien, Dat is ook al wat. als student heb ik ooit de gehele cursus ‘Algemene Wijsbegeerte’ samengevat in één fictief woord, een anagram waarbij elke letter uitklapte naar de rest van de boomstructuur waartoe ik heel het zootje had herleid. het systeem werkte voldoende goed […]
III Want waar het dolend tussen prisma’s herfstzon tegen meubilair aanliep en nagelstof verdiept in boenwas trof en pijltjes blond dat rond een glas haar schijn van daar te zijn in glans die uit de handen gleed, ontbond, ontstond in stilte ’s nachts de brand, en waar er ’t razen was van de lome reus […]
de toren torent, de scheepjes varen
ATTENT het oude liedje schoot haar doel voorbij, keert nu weer om zichzelf op te rapen. GEIL onder de maan tjirpt gehurkt als een bidsprinkhaan de naakte ziener VERSTANDIG de maan is vol, de man is hol het ware beter dat het niet opnieuw begon.
II. Haar zang ligt in die steen begraven : de melopee die dalend tot haar stille pit, voldragen uit haar vilten nacht jouw kille land ingleed, brak bevend op jouw zwijgen af, verglaasde bij je adem, viel in scherven uit wat eens een blauwdruk leek maar samentrok tot van dit oord de guurste donderkop. Op […]
vereende geesten laten lijken achter
KRETA Argumentum : Daedalus interea Creten longumque perosus exilium tactusque loci natalis amore clausus erat pelago (Ovid. M. VIII). I Een klokkentoren trekt zich aan afwezig brons de hoogte in. De windhaan kriept het duren uit en slaakt de tijd die wereldwijd zichzelf verzet. Het landschap in haar schijn komt hedennacht de uitgezette lijnen niet […]
Een mondvol spuug en bloed dat kelderkil een tel zijn kin aankleeft, glinsterend oplaait in een streep Napolitaanse zon: felst bevochten landkaart is zijn avondmaal dat even van zijn zwartop dode bleekte, te dun gezaaidesliertenbaard niet scheiden wil. Ikheb geen land en bovenal, sprak hij terwijl il Duce al de gal van’t vaderleed in toorn […]
de stroom reinigt ons, de mens maakt ze vuil
de poort is al weg als ze bewaakt wordt
In vreze van larven die traag het ebbenhout tot weerloos stof vermalen, wanhopig om regen die de hete twijfel voor de vraag van antwoord dient, rillend om warmte die het geroofde ei gaaf de grauwste bek uitstoot, kokhalzend het leven aanbeden als de dood voor aalgladde dageraadswoorden.
De dag kwam aande dag die aan de dag kwam als de aangekomen dag : een bloemknop openbrak(in bloei gebroken dag) die hoopvol open knoopte, brak en liggend daar zichzelf met bloem in bloei verblijddeop de aangekomen dag,dacht zij, die zij was : bloemin hem die in haar bloei vergaande was (zo verde bloei reikt, […]
wie de kennis neemt, vergeet het leren
ploeter in het purper maar duld geen schuld
hier moet je roeren tot het donker wordt
Het opgespannen doekwordt grijs en zwaar van de dauwboven de pratende hoofden. Haar toegewijd reikt jouw handen raakt niet haar,maar zich in onmacht rekkendehet doek en van de donkerrode lucht op voorspraak van goden beducht,glijdt in je palmen breekt de druppel vochthaar toe en op haar bovenlip staat even zilverals een omkartelde wolk de daghet […]
Een duimbreed telkens schuift heel wit het schip de kustlijn af en aan van Nazaré. Haar voorbeeldig getaande huid is door het blauw boven de duin zo scherp omtekend dat het afdrukbaar is, op de gekende tegels bijvoorbeeld waar hetzelfde blauw dit land is ingebakken en zich onder glazuur van aanraking onthoudt. Snel, besef je, […]
Het rillen dat je om haar voelde is net zo weg als zij. Ze heeft je de regen gelaten, wind in een cirkeltje brand in je jas en het lome virus van herfst in het gras, het blad, een glas. De dag herhaalt de daden slaafs en wat zo stapsgewijs het einde in het midden […]
het beeld gebeurt niet langer dan het zien
de vlucht der vogels volgt de wenteling
“When i died last, and deare, I dye” John Donne – The Legacie je kijkt haar aan en zie je niet het zich verstrijken al nog voor het aangebroken is? al het gezegde, wat je zei dat er niet was, en wat je niet zei en hoe verkleumd iedereen? je kijkt haar aan en zie […]
de rots bemost, de zee mengt blauw met rood.
het vergezicht trekt trillend aan de bladhemelen sleurt de nevel neerwaarts op een wilg die stram met twijgen strooit, knoestig frunnikt aan Aurora’s zijden zoom. het lacht. “schoonheid giechelt als jij grapjes maakt, mijn lief.” het land is stil, het verre rood verkilt er. een spin gaart uit een oude monitor haar draad.het licht is […]