Categorieën
Grafiek Kathedraalse Leer

of/of (5)

Roept luide allen dat ik schuldig ben aan arrogantie, zelfoverschatting en blinde verwaandheid! Tag mij in elk netwerk met die termen en als een mager damhert met rake pijlen in de kont zal ik mij kermend nedervlijen en deze, mijn allezieligste bekentenissen afkondigen aan de mij dan schielijk ontvriendende massa.

 

fernande1.jpg
dv 2018 – “Fernande #1”

Het is maar al te waar! In mijn wolk van glinsterende waan heb ik het gewaagd de weerloos dode Kierkegaard in staat te achten om een overbodig stuk tekst in zijn werk te hebben achtergelaten, een deeltje waarvan ik dacht ach ja dit is dit en dat en zus en zo en omdat nou eenmaal toen en indertijd…ach, kom dit slaan we over want het is om niet.

Wel euh….

Mooi niet. Nauwelijks 20 bladzijden verder dan het punt waar ik het opstel ‘De Weerspiegeling van het Antieke Tragische’ had gelaten voor wat ik dacht (sic) dat het was, een epaterende boutade die de heersende klasse der academische estheten met glans in eigen vet deed sudderen (dat doet het ook, maar ach, leest verder), nog geen twintig bladzijden verder na die onvergeeflijke miskenning van het dwingende in de voortgang van de schriftuur van – ik moet het nu wel grif toegeven- mijn meerdere, word ik terug gefloten als een koel poëet in boxershort, een blonde workshopkiek met blitse dijen, een op de subsidieweiden grazend stuk onbenul met lange oren en een tot veelgatige Goudakaas geknipte staart.

Het volgende stuk, ‘Schaduwbeelden’ is een gefingeerde toespraak aan het al even fictieve gezelschap van de ‘Symparavekromenoi’, de ‘mede-afgestorvenen’, de ‘vrienden van het leed’. In een recursie van de ironie vindt de ironicus het meest ironische als de diepste ernst terug die er de oorzaak van was dat hij, en de ironie met hem, op zichzelf terugviel, niet anders kon dan lachend verworden tot een pose van het lachen om de pose die zij en hij met haar aan de zoeker van het ware en het schone had opgedrongen omdat deze te laf was om de sprong te wagen van het geloof dat hem oversteeg, letterlijk zijn verstand te boven ging. De auteur wil dit aantonen door met de hem eigen trefzekerheid bij herhaling te landen op een eerder gemaakt punt, ik lees en zie het punt, weet en besef tot in mijn meest gebezigde tikvinger dat het niet anders zijn kan dan een herneming in het zorgvuldig opgebouwde gemeengoed van de schrijver en de lezer, de gedeelde leesherinnering,  de tweede meest vertrouwde intimiteit die er tussen twee mensen kan bestaan, een meer geestelijke vorm die misschien minder tot genot van een van beiden strekt maar ten minste een der partijen toch de verzekering van de mogelijkheid tot herhaling kan bieden, iets waar je in bed schrijvenderhand wel kan prat op gaan, maar waarvan niemand enige garantie in de ontvankelijkheid van de ander kan leggen, laat staan hard maken.

Is het niet ironisch dat ik als een blinde trap in deze val? Dat het voorafgaande ‘betoog’ niet meer, maar vooral niet minder was dan voorspel tot de sublieme entre-acte met de toverlantaarn? Dat deze regisserende auteur zijn doortrapt publiek door en door kent, zodat hij hun afdruipen en met de staart tussen de benen terugkrabbelen al ontvangt door te wijzen op alle andere mogelijke verschillen tussen het antieke en het moderne drama, buiten het ene evidente dat het moderne drama een leesdrama is, dat dus ook herlezen kan en herlezen moet worden?

Hou ik niet om soortgelijke redenen, ook jullie jarenlang in spanning al omtrent de avonturen van de genaamde Anke Veld? Wil ik niet al schrijvende betogen dat ik niet het werk en jullie maak, maar jullie mij en mijn werk een vorm van mij die geheel de uwe is? Sterf ik niet een eendere dood als gij mij steekt,  if you poison us, do we not die? 

Ach lieve lezeressen, wees niet te streng voor mij: dezelfde hitte die de immer schone rondingen van uwe lichamen gevangen houden in een naargeestig web van geïrriteerde onaantastbaarheid en hoogst hinderlijk geurend zweet, drijft mij ook in mijn lectuur tot een haast die niet conform is met de grandeur van uw verlangens, het diepe koele meer dat in uw sterrenogen lonkt.

Ik faalde jammerlijk en wou te snel vooruit wanneer terughoudendheid en trage reflectie aangewezen was. Hoe zou het dat een meester als Kierkegaard zijn lezeressen, die waarlijk niet voor jullie, niet in schranderheid of geestsouplesse, noch in lichaamstover en gratie moesten onderdoen, hoe zou hij het hen willen aandoen om een betoog van 23 gedrukte vellen ter lezing te presenteren als het was om niet?

Mooi niet. Ik grijp, met uw goedvinden, lieve dames, dus terug in wat ik stout een stiekem gedeelde handeling met u wou noemen nu, onze lezing van Of/Of, een onbesproken samenzijn van u en ik, de arme verwaande die dingt om uw gratie, uw betonglipt lachje en uw like: ik grijp uw handje dat sierlijk al op de verre pagina 203 te midden ‘Schaduwbeelden’ de geneugten streelde van het gereflecteerde leed en leg het zachtjes neer terug op pagina 153 waar een diepe mannenstem, niet geheel ongelijk aan het ooit doorrookte en met lust bezwangerde ruisen uit mijn larynx het betoog waarin wij zo publiekelijk geheim samen verwijlen, verderzet met de woorden “Als iemand zou zeggen: het tragische blijft toch altijd het tragische,…”

Evenwel, om toch enigszins deze ellendig jammerende amende te amenderen en vermits ik toch al onverhoeds een blik mocht werpen, vooruit op een uit de bossen rond het Spaanse klooster nederdalende totaal ontredderde Donna Elvira, slachtoffer nummer 823 van 1003 van de harteloze Don Juan op het nu daarbuiten verzengende Iberische schiereiland, wil ik jullie toch al enige koelte reiken op de tong, met deze frisse haal in een haiku naar het beeld dat de meester uitvoerig schetst van deze scène op de pagina’s 202-203 (ja leg maar effen al jullie vingertjes op de boeksnede daar, het is ondraaglijk heet nog steeds en dus nu vast wel ook door jullie echtgenoten toegestaan)

DONNA ELVIRA

De bomen schudden.
Het bos ontwaakt. Elvira
snikt, en daalt, en daalt.

lees meer over Kierkegaard in de reeks ”of/of”

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.