Was je als het lelieblaadje
dat ik onder handen had,
een vale rest die moeilijk
van de vingers ging?
Was je zacht als dit gras
te zeer tijdelijk een mal
van tederheid en liep je
drassig over op de grond ?
Was je als een vlinder beter
ver van mij gebleven toen,
van een toekomst die niet ik
maar mij in handen had ?
Wil je dat ik verder vragen
bij jouw lichaam stel, jou
de liefde letterlijk
het naakte vel op spel ?
Of kijk je liever zon met mij
die speels haar licht verstrooit
en vlekjes vijverwaterschimmering
op gindse boomstam zet?
Traag strijk ik met jou
de vele vouwen uit, de rimpels
ongeloof geborgen
in het woord herinnering.

- over “101 Eigentijdse Aanroepingen van de Muze’
- laatste versies op Google Docs
- gebruikte ‘klassen’:
- de Aanroepingen, alfabetisch op titel:
- Over het ‘Gedicht van de Dag‘- programma
- Lees meer output van het ‘Gedicht van de Dag‘-programma