Categorieën
lyriek

journal intime #36

jt#36 – la présence n’ est pas présente – ‘ wiele wale’

het ligt voor de hand, ik hoop toch dat dat duidelijk is, waarom je het journal intime programma ’s morgens moet uitvoeren: hoe minder bewust-cognitieve lussen (‘loops’) er al op gang gekomen zijn, hoe beter.
hoe minder je aan het denken bent, hoe beter. want we willen niet jouw werkelijkheid laten schrijven, we willen het Echte laten opborrelen.

misschien denk je nog dat er niets gebeurt, als je ‘niets denkt’, maar niets is minder waar natuurlijk. alleen: je bent, als je pas wakker bent nog helemaal ‘in’ het reële gebeuren van jouw Werkelijkheid . je vindt nog niet plaats.

neen dus: jouw Werkelijkheid ‘is’ niet, zij gebeurt.

eigenlijk ben jij er nog niet, je neemt nog niet deel aan je gewone jij-zijn. maar heel je lijf gebeurt wel, en het gebeurt op een ongelooflijk complexe manier, complexiteit waar we niks van merken omdat het de basis is, het nulvlak van ons lijf waarop we dan ons ‘zijn’ beginnen op te bouwen, de fabel die we rond ons hebben opgetrokken en waarin we zo thuis zijn, zo Dasein, zou ene Martin zeggen.
dat complexe geheel van interagerende gebeurenscycli (ademhaling, spijsvertering, breincycli,…) is de ‘stilte’ waarop de ‘klank‘ van ons ‘bewustzijn’ autopoëtisch waarneembaar wordt. maar als we gezond zijn merken we daar dus niks van, we ‘vergeten’ het want dat vergeten is de bestaansvoorwaarde voor ons ‘bewustzijn’.

die stilte gebeurt nooit, maar we hebben de fictie ervan nodig om de klank te verklaren.

vanuit het perspectief van het Zijn, dat noodzakelijkerwijze ons perspectief is, lijkt het gebeuren dat we ook helemaal niet waarnemen: Niets.
eigenlijk spelen we elke ochtend het hele spel van Parminedes na, en draaien we daar bovenop onze eigen getweekte versie van Plato of Aristoteles. want het Zijn is nou eenmaal het enige beschikbare operating system voor ons lijf-brein complex, een door en door rotte degradatie van het animale.

ja, net zoals het boek in de Renaissance in sneltreinvaart dé metafoor werd om de wereld te verklaren, net zoals je toen de wereld diende te lezen in het Boek van God, zo is voor ons thans de hele werkelijkheid gelijk een kwakkelende windows-laptop, een blinkende i-phone of een piepende linuxbak: wat we maken is altijd analoog met wat we waarnemen want elke waarneming gebeurt als een constructie van een werkelijkheid, de nood daaraan die ons voortdrijft als blinden

alleen het Echte ontsnapt daaraan, maar ja, dat is onvatbaar, onbegrijpelijk, ondenkbaar. wij mensen hebben Dingen nodig, vaste Grond, een Zijn waar je op kan rekenen. pas dan kunnen we in het Zijn aanwezig zijn.

en eens we aanwezig zijn zijn we ‘ik’ , zoals jij nu ik bent, die dit leest.

dat kan best zijn, dat jij dat bent enzo, maar zo gebeurt het niet, dus heeft het ook weinig zin om op zoek te gaan naar de ‘essence’ van jouw Zijn, want dat is Niks, dat is zo vaak Niets aan het welhaast ogenblikkelijke tempo van jouw kloksnelheid, dat het hard geworden is in jouw denken en daarop heb je jouw zijn kunnen bootstrappen, zodat je nu aanwezig kan zijn, daar in het Nergens van jouw Hier.

want jij mag wel denken dat je aanwezig bent, maar jouw aanwezigheid is Nergens en jouw zijn is niets meer dan een poepsimpele loop van het imaginaire Niets naar het iets meer verbeelde niet-Niets dat jij dan denkt te wezen…

(de aandachtige lezer zal gemerkt hebben dat we de eerste stap in de explicatie van de flow van het Schrijven in de Schriftstelling aan het uitstallen zijn die van het DENKEN)

(ondertussen in de Schriftstelling, een virale hypothese die elke dag verandert:)

(Bekijk de evolutie van deze stelling)


STELLING : het schrift is een autonoom devoluerend instrument van het Rot. de devolutie is zoals steeds een devolutie naar hogere complexiteit van het gebeuren. om deze devolutie te verklaren maken we een functioneel model van de schrijf-lees activiteit en onderzoeken daarvan het devolutieverloop.
we vertrekken met het model in de Oudheid, waarbij we de radicaal (?) verschillende invulling ervan in twee schriftstelsels vergelijken: het Latijnse alfabetische schrift en het Chinese logosyllabische schrift

flow van het schrijven:

  1. het denken: het denken gebeurt, de gedachten gebeuren in het denken van het individu, krijgen door herhaling vorm, worden woorden, zinnen in de innerlijke stem van de mens – constructie van de Realiteit, bewustzijn bovenop het onvatbare Echte.
  2. het spreken: het lichaam verheft de innerlijke stem tot het waarneembare, de stem spreekt de woorden van de gedachten, de gedachten van de woorden uit. het denken verwerkelijkt auditief, hoorbaar. de woorden winnen aan kracht door het lichaam, zetten zich daardoor vast in het geheugen, het worden vage ‘dingen’
  3. het schrijven: de gedachten gebeuren motorisch in het handschrift in een wederzijds corrigerendegebeurenslus met het denken en het spreken
  4. het bewaren: het schrift verlaat het lichaam in een serie van tekens, letters, als code. het denken corrigeert de sporen van het lichaam. het lichaam en het denken verlaten het schrift, laat het achter als code: het schrift blijft achter, wordt bewaard, wachtend op een lezer

flow van het lezen:

  • de lezer ziet het schrift, een boodschap van de schrijver
  • de lezer vormt woorden, ah, sorry, ’t is tijd om met de hond te gaan wandelen…
over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

%d bloggers liken dit:
This website uses the awesome plugin.