Het is haar het, van nietigheid heelal,der stelsels sluier vliedend van het nu:het is het, een niets en van niets het al.De tijd is teken slechts, een residu,want eeuwigheid is nu, niet continu.Waarheid omarmt het als een warm gebeuren.Schoonheid zweet en danst in zang en geuren.Het is haar poort, van vrede het gebaar,het is de code […]
LAIS CCLXXXIV
