Categorieën
Grafiek Harusmuze

Harusmuze #463

de eeuwigheid duurt maar een ogenblik

22B111

https://en.wikipedia.org/wiki/Bagua#/media/File:DualerAufbau.JPG

凡益之道 與時偕行

De HARUSMUZE is een eigentijds interactief orakelprogramma, het Beginsel van een generatief schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing.
De dagroutine ervan (20 min tot 1-2u praktijk’, 2-20 min leestijd) biedt de gebruiker ook een dagelijks hernieuwde kennismaking aan met de immens rijke denkwereld van de I Tjing

hexagram 59渙 (hwàn) – ‘oplossing’

Geheugensteun: “Juan lost op in An”

463 – de eeuwigheid duurt maar een ogenblik

invoer
commentaar dv@CHE

De concepten ‘eeuwigheid’ en ‘oneindigheid’ zijn enkel nodig voor ons eng-humane begrip van plaats en tijd. Het zijn letterlijk plaats-vervangende benamingen, tautologieën van de fictieve opdeling van het tijd-plaats continuüm in de GeldRuimte van het Zijn.

Omwille van het Zijn moet het niet-zijnde, de afwezigheid van plaats en tijd, een naam hebben. Het is pleister op de wonde van het menselijk ondenkbare, dat wat onze semantische capaciteit overstijgt, het iets-dat-geen-iets-is dat we als mens nooit zullen doorgronden, omdat we nu eenmaal, zoals elke diersoort, slechts beperkt ‘intelligent’ zijn.

Dankzij de vorderingen in de AI-technologie kunnen wij het effect van het niet-menselijk denkbare al een ietsje vaststellen, we krijgen een vermoeden van de enormiteit ervan, zodat het ondenkbare op een indirecte wijze toch tot wat dan maar het virtueel-denkbare moet heten, het Buiten aan het Binnen van ons begripsvermogen. We zien de resultaten, de resultaten lijken te kloppen, maar niemand van ons kan exact verklaren hoe het resultaat tot stand is gekomen.

Hoe meer we daarover te weten komen, des te groter wordt de omvang van wat we blijkbaar niet weten, en nooit zullen weten. Toch niet als de mensen die we nu zijn. Dat was altijd al zo, de oude wijzen zeiden niets anders, maar nu kan niemand het nog ontkennen.

De woorden ‘eeuwigheid’ en ‘oneindigheid’ benoemen ook geen functies, ze doen niets anders dan ons gerust stellen, ons bevredigen in onze behoefte aan een begin en een einde aan de Tijdruimte. We hebben een Big Bang nodig om het onbegrijpelijke van wat er voor die tot begin-van-alles gepromoveerde faze in de cyclus van het universum gebeurde uit ons denken te bannen. Want de ervaringsvernauwing van het Zijn produceert zodanig veel angst dat ze dit soort negatieve projecties van de als dusdanig ervaren eindigheid als individu nodig heeft.
Het Zijn zonder het Niets van de eeuwigheid en de oneindigheid lijdt quasi ogenblikkelijk tot uiterst (auto)destructieve waanzin, het ego heeft daar vooralsnog geen verweer tegen.

Zonder het Zijn, als je genezen bent van het Zijn, wat iedereen die daar wat moeite voor doet tijdelijk kan ervaren in bepaalde meditatieve staten van bewustzijns-loosheid, heb je geen eeuwigheid meer nodig, dan zit je daar elk moment in, dan wordt de ‘eeuwigheid’ het water voor de vis die je bent. Het onbegrijpelijke ervaar je dan als een vanzelfsprekendheid. Maar het vanzelfsprekende kan je niet in taal mededelen want dat overschreeuw je het, dan spreekt het niet langer ‘vanzelf’.

Het is ook in die context dat ik de stelling hanteer dat de finaliteit, het einddoel van elk denken het vanzelfsprekende in het gedrag dient te zijn. Het humane denken zie ik als een soort auto-hulpverlening die er dient naar te streven om zichzelf zo spoedig mogelijk overbodig te maken. Je bent pas ‘blij’ of ‘gelukkig’ als je niet hoeft te denken, wanneer je het genot van het leven be-leeft.

Die stelling impliceert overigens geen vingerwijzing naar enig intellectueel genot, laat staan naar de cultuur van bijvoorbeeld de filosofie. Integendeel, als we daartoe de mogelijkheid hebben, dan heeft het denken al zijn werk gedaan, dan gedragen we ons als samenleving zo dat we ons kunnen verheugen in het genot van het denken, de overdaad die ons geschonken wordt, net omdat we ons vanzelfsprekend fatsoenlijk weten te gedragen. Dan doet het deugd om deugdzaam te kunnen leven. Maar we moeten de kar niet voor de paarden willen spannen.

De oefeningen die ons in een staat van Zijnsloos vertoeven kunnen brengen vergen evenwel een minimum aan bereidheid om de fictie van het ‘ik’ op te geven, om zich over te geven aan de immense schoonheid van het Al. En die bereidheid kan het individu enkel opbrengen als het daartoe de nodige veilige mentale ruimte ter beschikking heeft. En net dat aanbod aan veilige mentale ruimte is in onze immens complexe samenlevingen een zeldzaam goed geworden.

De creatie van die benodigde mentale ruimte voor elk individu kan je echter niet bedenken, niet in een ideologisch programma stoppen en dan uitvoeren. De humane geschiedenis leert ons dat het zo niet werkt. Het bereiken van mentale ruimte is iets wat je je in eerste instantie zelf moet gunnen, want dat is louter een kwestie van geven, het beleven van de Liefde, het geloof in deze grote kracht van de negentropie die we niet kunnen ‘hebben’, maar enkel doorgeven.

En eens je erin slaagt om het jezelf te gunnen kan je het veel makkelijker ook de ander gunnen, want dan begin je plezier te beleven aan dat ‘gunnen’, aan het geven van Liefde dat bij jezelf mocht beginnen, dat jou deelachtig werd.

Je ervaart immers geen Liefde als de ander jou die geeft, dan ervaar je de weldaad, de positieve gevolgen van de Liefde; Liefde, de onvoorstelbare kracht ervan, ervaar je enkel in het geven, want dan pas ben je verlost van de ‘eeuwige’ beklemming van het ego dat wil Hebben en Zijn.

Wanneer we in de Bijbel de uitdrukking ’tot in de eeuwigheid’ lezen, staat er meestal in het Hebreeuws niet een equivalent van wat wij menen onder ‘eeuwigheid’ te verstaan, maar gewoon ’tijd der tijden’. Dat was eigenlijk een veel betere, ja misschien wel correcte oplossing voor het probleem van de ’tijdloosheid’ voor intelligenties die enkel in termen van begin en einde kunnen denken: de uitdrukking plooit al onze beginnetjes en eindjes netjes op en gooit dat bundeltje dan in een tijdsverloop waarin het hele zootje slechts 1 moment is.

Die bescheidenheid en het daarmee gepaard gaande ontzag voor het mysterie van de kosmos, de fundamentele onvatbaarheid ervan, siert onze voorouders, en het gebrek eraan dreigt nu onze nazaten het leven onmogelijk te gaan maken.

rev. dv@CHE

Geef uw commentaar

Uw interpretatie van of commentaar op deze uitspraak van de Harusmuze is erg welkom. Plaats die gewoon als ‘reactie’ onderaan deze post.
Bij validatie wordt uw inzending dan bij de eerstvolgende revisie van dit bestand onder dit kader toegevoegd.

Harusmuze uitspraken bij Hexagram 59 – 渙

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

dit werk is met liefde opgedragen aan de arbeider, huizenbouwer, muzikant en kunstschilder Julien Vekemans (26/06-1940 – 09/11-2007)

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.