Categorieën
journal intime Kathedraalse Leer Proza

journal intime #84

jt84 – ‘il faut que la main trace‘ – WOOR DEN BOEK

Op 5 november 1986, de dag van de eerste sessie waarvan het eerste hoofdstuk van Jean Oury’s ‘Creation et schizophrénie‘ de uitgeschreven versie is, is het nog niet zo lang geleden dat André Leroi-Gourhan overleden is. Oury schrijft diens naam verkeerdelijk met een y, maar betoont hem wel het nodige respect door hier te vermelden dat hij zijn noodzaak om iets met de handen te doen terwijl hij aan het denken is – kribbelen, krabben, … iets – gemeen had met zijn veel bekendere tijdgenoot Lévi-Strauss: die moest ook altijd kunnen doodlen om zijn aandacht bij het discours ‘at hand’ te houden.

Oury deelt blijkbaar mijn gevoeligheid voor de letterlijke manifestatie van ons denken in onze handmotoriek.

Hij heeft ook weinig op met de academische vereisten van de ‘wetenschappelijke’ publicatie en is meer met zijn toehoorders bezig dan met de ‘eindbestemming’ van zijn tekst. Je merkt dat wanneer hij op het einde van de tekst in de uitgeschreven en gecorrigeerde versie de belofte ostentatief laat staan dat hij ‘een volgende keer’ wel voor wat bibliografische data zou zorgen: het eerste hoofdstuk is het enige met bibliografische voetnoten en een eindbibliografie ontbreekt ten ene male aan het boek.

Ik gniffel en herken in dit soort beweging de hand van meester Jacques, en ik bedoel daarmee niet de mariolerende Lacan.

Oury is dan wel geen schizofreen (“Mais je suis pas un schizophrène! Je ne crois pas!” [OURY 1989, p.22]) ook hij wil, moet en kan in dit boek zijn ‘Gestaltung‘ maken, door op zijn manier te ordenen, decoreren, imiteren, spelen en symbolizeren om zich zo ten volle te kunnen manifesteren bij de gelukkige lezer die dat allemaal mag beleven, mag herschrijven naar haar geheugen.

Want lezen en schrijven, dat meen ik al doende geleerd te hebben, zijn uiteindelijk slechts richtingen van één en dezelfde creatieve expressie.

De briljante case-studie die hij uitvoerig citeert aan het eind van dit hoofdstuk, met de violente uitstoot aan hoogwaardige referenties in de pissig beknopte voetnoten eronder, heeft ook de functie om voor deze Gestaltung de nodige ruimte te maken. Hij bereid deskundig een moment in de tekst voor. “We zijn hier niet om onszelf interessant te maken,” zegt hij, tussen de regels, “want dit zijn zeer ernstige zaken”.

Ja, excuus, ik hoor stemmen als ik lees.

Het beeld van de 17-jarige Paulette P die naakt in haar eigen pis staat te stampvoeten en bezeten te brullen tegen de piepjonge Oury brandt pas echt door in ons als we zijn onmachtige bedenking lezen bij de scène waar hij haar ouders hetzelfde meisje teder en traag, laag na laag ziet aankleden met hun onmachtige liefde: “Comment voulez-vou après cela que sa mère comprenne bien que sa fille est atteinte d’une trés grave maladie?” [OURY 1989, p.28]. Hoe wil je dat zo’n liefdevolle moeder goed begrijpen kan dat haar dochter aan een zeer ernstige ziekte lijdt?

De indringende ervaring maakt bij de schrijvende Oury nog steeds een onmachtige woede los. “Bon, jullie willen referenties?” zegt hij, “wel voila, hier, zie, begin met dit en dit en dit te lezen en dan kunnen we praten, of liever, dan ben ik bereid te luisteren naar uw vragen want ik doe dit uiteraard voor jou, voor mij, voor ons allemaal”.

Althans, zo heb ik het gelezen, vanuit een eendere onmacht. De stem in mijn hoofd sloeg door.

Het bestaande, hoog aangeschreven systeem durven opgeven om iets te bereiken dat werkt, dat is wat deze man kenmerkt en uitzonderlijk siert. Ik geniet ervan om het te zien gebeuren in mijn lezing. Want het uitgesprokene en later uitgeschrevene mag dan wel gedateerd zijn, in de lezing blijft het gebeuren. En dat is de ware magie van het woord.

Misschien wérkt de magie van Oury wel omdat hier de juiste volgorde gerespecteerd blijft: namelijk dat er eerst gedacht werd, vervolgens gesproken en daarna zorgvuldig herinnerd, nauwgezet in schrift gecodeerd om het te kunnen doorgeven voor een correcte herbeleving.

De taal is dan wel een uiting van onmacht, het pelsloze zwakke mensdier dat taal nodig had om te overleven, we kunnen ondertussen de taal instrumentaliseren om ze zo voor anderen overbodig te maken. Want dan pas heeft de taal en het talige denken haar doel bereikt: als je kan zwijgen, als je woorden overbodig zijn, dan pas heeft het geholpen. De finaliteit van het denken is de vanzelfsprekendheid in het gedrag.

Iets anders nog vandaag. Een andere tekst van Oury die ik gisteren aantrof wil ik hier nog vermelden, het betreft een lezing gehouden in Leuven in 1997. Vooral voor mijzelf misschien omdat ik hem dan makkelijker terugvinden kan, zo werkt mijn ’tekstenfabriek’ hier, ook. Ik citeerde er vanochtend al uit op ons aller vergeetput van de eeuwige nu-beleving, de Facebookapplicatie, met een bedenking vooraf. Ik herneem zowel de bedenking als het citaat hier, want op dat platform is elk schrijven een zucht in de wind.

“Respect voor de specificiteit van elk individu is uiteindelijk zelfrespect omdat in de volstrekte uniekheid van het moment elk verschil en dus het kwantificeerbare volledig vervalt: in het moment is iedereen even ‘zielig’, is iedereen gelijk in de afwezigheid van wet.

De ethiek wordt in wat ik een verlicht rationalisme (een neo-rationalisme light, een gezonde, dynamische en vooral leefbare versie ervan?) zou willen noemen, daardoor meer een besef van een gebrek aan keuze (gezond verstand als begrip van gezondheid), een niet-anders-kunnen dan een (zouden) moeten, en wat is er meer sensibel dan in het licht van dat besef te willen kunnen? We moeten willen kunnen 1cfr. modaliteiten-pentagram van Viktor Von Weinsäcker, het willen-moeten-mogen-kunnen-zullen in de mens als agens en pathens de ander (en het andere!) helpen omdat we dan onszelf helpen in de absolute ‘democratie’ van de Wereldziel.

En de educatie daarin is een interactie die begint met het creëren van de spreekruimte voor de ander, voor het andere.

“”De ethische keuze draait juist om het respecteren van de ander op haar meest unieke niveau. Het meest unieke heeft te maken met verlangen en dat is iets wat schizofrenen niet kunnen uiten. Het zorgen voor de leefomgeving gaat dan precies over het vinden van manieren om, zelfs als het maar voor enkele momenten per dag of per maand is, een mogelijkheid tot expressie te laten opkomen. Ik stelde de vraag of we gezamenlijk kunnen overwegen om iedereen in haar eigen uniciteit te beschouwen. Dat kan als een paradox klinken, maar het is relatief. Met andere woorden, we delen collectieve verantwoordelijkheid voor de unieke manifestatie van eenieder. De ervaring laat zien dat er aanzienlijke inspanningen nodig zijn in de leefomgeving om te bereiken wat ik een ‘spreekruimte’ heb genoemd.””

J. OURY, Concepts fondamentaux, Leuven, 12 december 1997. Vertaling (dv+ChatGPT), mijn nadruk.
over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Noten[+]

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.