Categorieën
Anke Veld Ruis

gedachten omwallen de gedachten

anke veld

is een 8-vlakkige net-novel
waarin de verteltijd ruwweg samenvalt met de vertelde tijd
voornamelijk omdat  de publicatie ervan wegens gebrek aan tijd
& middelen samenvalt met het schrijfproces

Dit, zo blijkt, is een stukje uit het vlak genaamd ‘Lode’
Elk Vlak is genoemd naar het centrale personage (avatar) ervan.

“Decay is a limitropic process through which the object shrinks progressively toward zero without eventuating the act of annihilation (complete dissolution into nihil). Infinite contraction or shrinkage of the decaying entity is equal to the evaporation of the qualities or attributes by which the object is transcendentaly grasped or accessed by the human – sensed, experienced, recognized, afforded and judged. Such evaporation of access points(or transcendental portals) folds the entity back to itself. As the object flees us, it looms out in its own realm – all through the intervention and the aid of nothingness, whose proximity and remoteness are both infinite”*

Lode laat de printouts van de gedownloadde bestanden van de legendarische  Dr. Hamid Parsani één voor één uit zijn handen vallen nadat hij ze gelezen heeft. De bladen dwarrelen naar de ranzige vloer & blijven daar kleven in de smurrie: omgekieperde asbakken, glasscherven, geurige mengsels van plasjes bier en kattenurine. Maar de kamer bestaat niet. Lode denkt.

het buiten is een binnen dat zich als buiten aandiende

het verloop bepaalt het verloop

de corrosie van  het reële, de fragmentatie & de fixatie tot bestanden is bijna voltrokken
de breinen zitten al grotendeels gevangen in het periodieke pulseren van de representatie van de repressieve representatie van de dingen, de recursieve representatie klotst & botst op de immer toesnellende perceptie van de dingen zelf

er vallen gaten

de lus ponst de aanloop naar de lus, de afgrond van de eindeloze regressie lonkt

geen nood: door herhaalde compressie & virale corruptie van het lees-protocol in het digitale veld & door de voortdurende interactie van het digitale rot met de trillende materie is de Overdracht geïnitieerd

de dingen rotten nu zelf, vanzelf

& zie: in het rotten spannen zich eerst nog de essentiële verbanden op, het staketsel schiet door de afkalvende omhang, de eertijdse glans & luister, het oker dat  nu wormstekig & bleek hangt te blakeren

nanobots hebben de materie tot in haar ondoorgrondelijkheid aangetast met de menselijke doodsdrift

het was niet moeilijk
het ging vanzelf

na het goddelijke is nu ook het humane dood
maar het besef is er nog niet echt
we vlokken rond de restjes medemenselijkheid als een meute vampieren rond een bewegende zak bloed
de liefde is ons uit de lippen gebarsten
het deugdzame bengelt aan het uiteinde van de spotzieke afgunst
we willen hergroeperen in de relatieve rust van onze bestanden
maar de constituerende eenheid van elke categorie raakt nu zoekt
woord, klank en beeld versmelten in een stroom code
al het aan zich gelijke, het waarneembaar begrensde,  rot weg tot het digitale amorfe

het leven herschrijft zich hier tot verval

& het verval is een verval in het vervallende

geen nood: straks mogen we er af

hoe harder de handen nijpen op het digitale zand, hoe vlugger het uit de hand loopt
de bestanden overspoelen in kabbelende golfjes de bestanden
de tijd overschrijft de tijd
de aarde kreunt & rilt

deze koorts is een blijver

de stormen zwellen aan
de woestijn rukt op
het pakijs smelt
waar blijven de violen?

het is niet om aan te zien
het heeft geen naam
het slijk ploft op het slijk
het zand glijdt in het zand
het krioelen kruipt in het verglijden
dit kan je onmogelijk verfilmen

alles zit vol & de leegte bovenop het volle is gereserveerd voor het verder aankoeken van de volledigheid

ja, we streven het na

het povere wordt aangestampt tot bodem van het riante
want we streven naar perfectie & de perfectie is de stilstand
zoals ook de koppensnellende propellor van het gevechtsvliegtuig even lijkt stil te staan voor die onzichtbaar wordt

nog één stapje achteruit, graag

de relaties ontploffen in de gezichten van de kinderen die de bewoordingen zijn van het afwezige ons in de relaties, zoals wij de bewoordingen zijn van het onbespreekbare ons van onze ouders

het eeuwige taboe op onze enige uitweg uit de verstikkende individualiteit, want het ons is niet van ons, het deint in alle lijven uit tot in het ijle buiten ons

aldus & ter instructie ontploft het Buiten in het warme hart van het binnen

het prototype van een hele reeks buik-openrijtende plof-aliens

Kijk, zo zingen wij, terwijl onze monden
verklonteren van de ikzucht:

dit is ons samenzijn:
ik richt & zie met mijn ogen jouw ogen
die mijn ogen zien naar jou  kijken
terwijl we in twee treinen zitten
die elk een andere richting uit razen

geen nood: de coupés zijn conform de richtlijnen

ik strek de arm en raak wat jij raakt

ik sluit de ogen en op mijn moede oogleden brandt
het licht & het licht is eender licht,
ik snuif de lichaamsgeur & de geur
is net zo mij als jij

deze geruststellende eenzaamheid waaruit het eenzame is gebannen is het bindmiddel tussen de illusoire momenten van het samenzijn, wanneer de kapitale stromen via onze handen de andere vertakkingen van de kapitale stromen opzoeken

& vinden

onze handen zitten in onze handen naar de handen te reiken
waarmee we de lippen zouden kunnen
waarmee we de huid zouden kunnen
waarmee we door de gedachten de  omwallende gedachten zouden doorbreken kunnen die ons van de gedachten verwijderd houden die

onaantastbaar blijven wij

handenwringend

onze schermen floepen aan

onze schermen maken geen verbinding, mijn bericht is geen bericht maar een momentaan zichtbaar oponthoud in het verglijden van de stilstand van het volle, een invulbare holte zoals het lege vakje in een schuifpuzzel, maar tijdelijker, vervloeiende, een zompige vortex waar je je vinger effen kan instoppen voor het slijm weer alles dichtsmeert

het is rotzooi maar het werkt

er bliept een woord op het scherm

het woord roept een verlangen op

het verlangen is  netjes  uit de geprogrammeerde respons uitgelepeld zodat enkel de lege handelingen overblijven die nog hardgecodeerd waren in het lichaam

in het lichaam zijn alle buffers van het denken door middel van heftige dataflitsen overschreden

een stroomstoot en er flitste iets, er was een geur van solfer

de handen, de armen , niets denkt er nog, alles is nu hoofdgestuurd

de vertakkingen van het kapitale verlopen van de geconnecteerde ogen tot in de fijnste longblaasjes

je lul is een plug, je vagina een sluis, ga & vermenigvuldig u

het  woord dat het verlangen oproept blijkt een link te zijn  naar de slokdarmen van het globale mormel, de blote tentakels van het gulzige kapitaal, de vet glanzende slierten slingeren zich rond de zwellingen van je libido, het oorsuizen neemt gaandeweg toe, de porno zuigt je schermen af, je begint te transpireren als een hand tussen je hemd en je vestje glijdt

men wil je nummer zoals je overal je nummer dient te geven opdat je een nummer zou krijgen waarmee je aanvraag bevestigd kan worden

er bliept een beeld op het scherm

het beeld roept een verlangen op

het beeld blijkt een viraal geinfecteerd bestand, men wurmt toegangspoorten door je klikgedrag, je tijdsverloop wordt dagelijks honderden malen geperforeerd door vijandige wormen, je identiteit is als object de huls van een veld opportuniteiten, je vlees is daarbij louter exces, je wordt verzocht het in je locale supermarkten weg te laten rotten, sterf zoals je wil

hijs je botten in het paradijs (derde level)

het paradijs is het ogenblik waarop je, heel even maar, samenvalt met de strings die door het netwerk razen, de array die je bent, het datacluster dat alweer verbrijzeld wordt

er is geen keuze maar je hebt een optie:

  • open mij (ik ben je woord)
  • bewaar mij (ik ben je lichaam)
  • kopieer mij (tot ik bij je ben)
  • plak mij (in je gezichtenboek)
  • sluit mij af
  • verwijder mij
  • wordt wakker

————-

* geciteerd in Reza Negerestani, Cyclonopedia -complicity with anonymous materials, Melbourne 2008, p.185

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.