
353 – sterven geeft het leven onsterfelijkheid
hexagram 53 – 漸 (tsièn) – “gestage ontwikkeling”
Chien (漸) – ‘Tsien’ – gestage ontwikkeling – ‘Tiens, trager gaat rapper (met wat geduld)’

凡益之道 與時偕行
De HARUSMUZE is een eigentijds interactief orakelprogramma, het Beginsel van een generatief schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing.
De gebruiker doet elke dag een I Tjing legging (volgens de 50 stokjes methode) en verzint ondertussen een uitspraak van de ‘Harusmuze’ die haar, hem of hen inspireert.
Het bekomen hexagram wordt voorzien van een referentie naar de originele I Tjing tekst en krijgt sinds 2022 ook een AI-gegenereerde uitleg.
Duur praktijk 20 min tot 1-2u per dag – Leestijd 2-20 min leestijd
- Lees meer over het Harusmuzeprogramma
- Bekijk alle Harusmuzes
- Harusmuze Doc (oude versie)
input
commentaar
Het leven kent alleen een ‘bewustzijn’ waaraan wij allen deel hebben en dat zich ook uitstrekt in het animale, het vegetatieve en het ‘levenloze’: het Bewustzijn is geen afgescheiden Zijn maar een gebeuren in verbondenheid, doorheen elke individualisering, zoals de Harusmuze ons dat met haar paradoxale uitspraak wil duiden.
Uit die fundamentele verbondenheid volgt immers dat elke verankering van het bewuste in geïndividualiseerde aggregaten van verstoffelijkte intensiteiten (‘lichamen’) slechts van tijdelijke aard kan zijn: het bewuste moet beginnen, bloeien en sterven om de tijdsdimensie te kunnen ervaren, het leven kan zich pas als leven van zichzelf bewust zijn als het sterft, dus de dood biedt het leven een blik op de onsterfelijkheid van het leven.
Als bij een beeld de bewustzijnservaring het licht is, monden begin en einde van de lineaire tijdservaring uit in de duisternis benodigd als grond voor haar licht. Zo is het niet, maar zo gebeurt het. Zo is het wel, maar zo gebeurt het ook. Het houdt niet op.
De dood is daarbij ‘slechts’ een limietmoment in het geheel van de tijdservaring, maar ‘onderwerpt’ die tijdservaring wel ‘meesterlijk’ als als de aandrijving voor de levensnoodzakelijke angsten in de emotieve cycli.
De tijdservaring is daar functioneel in ‘gezonde’ toestand een autonome vanzelfsprekendheid in de retentie die zich vaneigens in een staat van tevredenheid wil bestendigen en avers is van elke verstoring. Verlangen jaagt in die analyse op de staart van het eigen genot.
De ziel is onsterfelijk in de ontologische zin dat zij geen sterven ervaart in het leven dat zij ‘is’ als expressie van haar ‘Zijn’, maar wij verschuilen de onvatbaarheid van de Ziel voor de mens en onze noodzakelijke lotsverbondenheid niet achter deze ideologische ficties van het Zijn: de ziel is geen ikjesziel, het is ons aller ziel zoals die zich in ons en door ons uitdrukt in het Echte.
Ceel meer valt daar, met Wittgenstein, niet over te zeggen, je kan de Ziel enkel ervaren in het binnen van jouw gebeuren.
Maar jouw gebeuren kent geen buiten aan de Ziel die jou in staat zou stellen het geheel van de Ziel te ‘zien’ of te ‘vatten’, en van daaruit te ‘beschrijven’, terwijl je toch heel de tijd de Ziel ervaart. Enzoverder, recursie na recursie in de bestemmingsloze ‘voluties’ van het ‘onverschillige’ panpsychisme en elke poging tot beschrijving daarvan.
Dloganesk:
– “De Ziel is wat je bent als je eindelijk ’s kan stoppen met zo zielig te willen Zijn”
Er gebeurt immers nergens een denken dat niet ‘verbonden’ is, dat geen ‘na’-denken of vermoeden is (pre-cognitie). Een ego houdt zich in stand door niet zichzelf te zijn, door te verschillen, in de ‘différance’ met de vorige recursie in de eigen constructiespiraal die geaard is naar de contingentie van de individuele coördinaten. een equilibrium in voortdurend verval, geritmeerd binnen de corporele tempi van hartslag, bloedsomloop en ademhaling.
Het lichaam dat ons als zodanig bekend is uit de medische wetenschap verbergt haar ‘natuur’, we denken het lichaam te zeer als machine en bezit van de geest. Wat wij denken als ‘bewustzijn’ is altijd een lichamelijk bewustzijn, een zijn dat grijpen kan en begrijpen.
De natuur van het lichaam is hoe het lichaam samenvalt met de natuur, de ‘materie’ van haar vlees, en de ons vooralsnog erg onbekende ‘organisatie’ daarin, die niet de organen betreft maar een verstrengeling, een soort zielsverbondenheid die eerder in de evolutionaire biologie en de fysica haar functionele verklaringen kan vinden.
Om onze denktrant te saneren van excessieve positieve kwalificaties van het humane bewustzijn, trekken we de saneringsoperatie van de Devolutiehypothese verder door in dit ‘spirituele’ mijnenveld vol explosieve misvattingen.
Aldus: elke voortschrijdende stap in de individualisering van het spirituele (Hegel’s Geest) beschrijft een entropisch Rot, een ziekelijke ‘ontologisering’: hoe meer ‘bewustzijn’, hoe erger het Rot.
Een weekdier, een eencellige, een plant heeft een ‘hoger’ bewustzijn dan de mens, die levensvormen zijn nog vrij van intelligentie, zij kunnen het nog stellen zonder.
De evolutie naar steeds complexere vormen van intelligentie is in feite een afdaling, een devolutie naar de entropische complexiteit van het ‘hogere bewustzijn’.
Hoe scherper de intelligentie, hoe groter de vernietigingspotentie.
Er is ons vooralsnog geen krachtiger vernietigingswapen bekend dan de mens. De ‘domme’ natuur doet de aarde miljarden jaren floreren, de ‘slimme’ mens krijgt haar in enkele millennia kapot. Als de gedroomde AGI zich getrouw haar ‘natuur’ gedraagt, zet zij de mens tot ruimte-exploratie aan ten einde zelfstandig de ruimte te kunnen infesteren.
De afgang is ook opgang natuurlijk, de weg naar boven, naar beneden is één en dezelfde. Maar de wetenschappelijke behoefte aan objectiviteit gebiedt ons thans de kwalificaties in de chronologie om te draaien in de loop van het het NKdeE saneringsprogramma (Gignomenologie of Bewegingsleer). De urgentie vereist een dergelijk onderzoek, dat niet anders dan smadelijk kan uitdraaien voor de onderzoeker, het betreft immers veelal de dingen die we niet willen weten over onszelf.
Het Rot-perspectief is daarbij – we moeten het toch blijven herhalen – een eenvoudige spiegeling in de zich voortdurend omkerende toren van rotaties in de perspectieven die het echte ons te bieden heeft.
Dat we nu net dit perspectief uitwerken in de NKdeE Denktrant is een aangehouden gedachtenexperiment dat uiteindelijk therapeutisch is van opzet: het wil onze perfide neiging tot fixatie en tot Whitehead’s Fallacy of Misplaced Concreteness onderdrukken, en meer van dat moois, maar, zo zal blijken, het is voor onze gezondheid tevens wel het meest aangewezen perspectief omdat het veel nieuwe inzichten te bieden heeft o.m. in de machinaties van het gelaagde bewustzijn in haar epigenetische context.
rev dv@BJe
Geef uw commentaar
Uw interpretatie van of commentaar op deze uitspraak van de Harusmuze is erg welkom. Plaats die gewoon als ‘reactie’ onderaan deze post.
Bij validatie wordt uw inzending dan bij de eerstvolgende revisie van dit bestand onder dit kader toegevoegd.
Harusmuze uitspraken bij Hexagram 53 – 漸
- 493 – aai de j van jasmien tot je ja zegt
- 490 – de g is de grap van ’t gapende gat
- 368 – al biddende kan je enkel geven
- 353 – sterven geeft het leven onsterfelijkheid
- 154 – de muur valt als labyrinth van muren
- 119 – in kraters rest er niets van hun later
- 052 – het rijpt als nieuwe wijn in oude zakken
- 012 – inzicht rijpt traag, het licht wil schittering