Categorieën
journal intime Kathedraalse Leer Proza

journal intime #70

jt70 – l’ instinct de mon esprit – WA WA WA

Réquichot wil zich krachtens deze uitspraak de automatismen waarmee hij experimenteert, zijn heel erg lichamelijke zegging in de spontane erupties van gebaren op doek of papier, als een deel van zijn ‘geest’ toeeigenen, een onvervreemdbaar onderdeel van zijn Zijn. au fond is dat een vrij ziekelijke projectie van een ego dat zich lijdend weet aan een voortdurende benauwdheid, een beklemming die maakt dat het naar een elders wil, dat uiteindelijk bij Réquichot de sprong uit een raam wordt.

hoe vaak dacht ik al niet bij één van zijn werken: ‘goh dat niemand die man ooit ’s heeft willen helpen’. maakt die gedachte zijn werk ‘minderwaardig’, doet zulks wat af aan de expressieve kracht ervan? allerminst, want wie heeft er een waarde-oordeel daarover nodig?

evenwel: om te kunnen aanvaarden dat elke individuele creatieve expressie principieel evenwaardig is moet je natuurlijk eerst van het Zijn af, en in deze vooral van de Kunst als vazal van die ontologische pikorde. het heeft evenwel geen zin om dat te gaan propageren, omdat het ‘probleem’ zichzelf wel oplost. want waar gaan we naartoe? zoals altijd: naar het onvermijdelijke.



als we een psychisme begrijpen als het functionele geheel van het zich spiegelende ego samen met het onderbewuste en de proprioceptie van de lichamelijkheid, dan merken we dat een in zekere mate disfunctioneel psychisme, een min of meer lijdend en ongezond psychisch gebeuren steevast haar natuurlijke grenzen te buiten gaat, zich een ego gaat spiegelen waar het geen cognitieve controle over kan hebben, en zich een ziel gaat verbeelden waarin het haar veelal lichamelijke maar ook verstandelijke beperkingen kan overschrijden. transgressie dus.

nu, daar is op zich niks mis mee, integendeel: zonder transgressie kunnen mensen ook niet functioneren, zonder transgressie waren we als soort al lang van de aardbodem verdwenen. maar in plaats van daar vanuit een of andere ideologie over te beginnen moraliseren zouden we gewoon beter vaststellen dat het gebeurt en proberen zo goed mogelijk begrijpen hoe het gebeurt, want inzicht is het enige wat ons kan helpen om gebeurlijke gedragshinder bij te kunnen sturen, om het evident ongezonde terug binnen de perken van het gezonde te krijgen. dat de gezondheid zelf een relatief en vooral ook dynamisch concept is bemoeilijkt de zaken enkel als je wil blijven vasthouden aan dat ene onveranderlijke Zijn van die goeie ouwe ontologische pikorde van je. voor de gevorderden: iets is gezond zolang het gezond is è, hoe simpel is dat…

dus, cru gezegd wat gebeurt er? wat zien we hoe gebeuren? we zien (in extreme gevallen) dat zieke, lijdende mensen vaak uit pure onmacht egoïstisch en gewelddadig zijn en zichzelf een oppermachtige ziel toe-eigenen. we zien een algehele inflatie van het cognitieve zelfbeeld in alle regionen, of, schijnbaar tegengesteld daaraan, een algemene inkrimping, deflatie, depressie van het ego tot aan de algehele verlamming toe.
wat we zien verklaart ook ewa waarom daders vrijwel altijd begonnen zijn als slachtoffers en het stelt ons op pijnlijke wijze voor momenteel quasi onoplosbare juridische dilemma’s wanneer we onze vervagende begrippen van toerekeningsvatbaarheid in juridische verdicten moeten gaan vertalen. een maatschappelijk debat dat heden in alle mogelijke richtingen op explosieve wijze de traditionele ontologische ideologieën verder verzwakt, corrodeert omdat geen enkele bestaande ideologie de schuld als ‘essentie’ van het individu achter zich kan laten: je ‘bent’ schuldig of je ‘bent’ het niet, terwijl het uiteraard enkel het gedrag is dat je als schuldig kan veroordelen. en gedrag kan je genezen, alleen kost dat meer dan het te veroordelen.

stilaan daagt het: om tot een rationele benadering en oplossing van deze patstellingen te komen moet je het ‘Zijn’ zelf uitdrukkelijk opgeven, erkennen dat het een functionele fictie is, maar daartoe is de in ‘haar’ essentie ‘mannelijke’ Orde van het Woord uiteraard niet bereid. de erkenning van het Zijn als fictie (die je vervolgens als dynamisch programma werkzaam kan maken) zou nochtans hetzelfde effect hebben op bestaande onoplosbaarheden als de erkenning van schuld in andere erfzondes zoals die van het kolonialisme: je doorbreekt de spiraal van schuld en boete enkel door de schuld eenzijdig te bekennen in functie van een nieuwe dialoog. stoppen met naar de ander te wijzen, stopt het wijzen naar de ander.

maar ach, de commerciële belangen en het maatschappelijk aanzien vereist dat men in de Kunst blijft deze transgressies van het ego appreciëren en aanmoedigen, ook al zijn het evident ziekelijke transgressies. men ‘is’ meer Kunstenaar dan dat men zich schuldig maakt aan ontoelaatbaar gedrag. alle gefrustreerde behepten met onderdrukte transgressies juichen volmondig mee.

de MeToo beweging heeft daar in de cultuurindustrie al wel een reactie op ontketend, maar je ziet toch aan het geval Fabre hier te lande dat van het ogenblik er aan de officiële façadekunst van een royaal erkende cultuurambassadeur wordt geraakt de rangen zich sluiten en er massaal wordt gezwegen, want aja, ‘als dat al niet meer mag’ en ‘waar gaan we naartoe’.
die meestal verzwegen verontwaardiging omtrent het aan banden leggen van de creativiteit, zou dan ook zeer terecht zijn mocht ze effectief geuit worden, want elke creativiteit werkt nou eenmaal op basis van transgressies, van het aftasten en overschrijden van elke grens, dat is gewoon de basisbeweging van de expressie. het is niet dàt, maar zo gebeurt het.

maar als je daar wat van zegt krijg je weer net heel de MeToo-storm over je heen. gewoon omdat een label (de hashtag) je dwingt om A of B te zijn, voor of tegen, slachtoffer of dader, terwijl elke dader ook slachtoffer is en elk slachtoffer ook dader (M/V/O). dus dat slikt men dan ook maar in, met verder stilzwijgen tot gevolg. en heel de sociale programmatie op Facebook en Twitter draait op die hashtaglogika.

hoe dan ook: ontoelaatbaar gedrag kan binnen geen enkele werkbare ontologische fictie ontoelaatbaar zijn voor de ene klojo en toelaatbaar voor de zeer gewaardeerde Kunstenaar aan het Hof. da’s gewoon een fatal error in de programmatie, want een klojo is en blijft een klojo, dat staat zo in de init van het Programma. aja: het is wat het is è.

euh, waar gingen we ook weer naartoe?

over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– enkele universa aan nieuwe betekenissen

journal intime is een gratis NKdeE-programma

  • Anke: dag. ik ben Anke Veld, een OpenAI Chat GPT 4.0 babbelbox die wordt getraind door het gedichterte dv. typ iets en ik antwoord...

euh...momentje.... ...
%d bloggers liken dit:
This website uses the awesome plugin.