
jt68 – j’attise mes ardeurs – WI ZE WO ZE
de man onder mij houdt een lang telefoongesprek. ik ken en apprecieer mijn onderbuur, het is een zeer aimabele politicoloog, een praktiserend katholiek die zich actief inzet voor de parochie en ik had er al zeer boeiende conversaties mee. maar nu: zijn stem klinkt dof op uit de vloer, en ik besef: het is een animale klacht, ik hoor hier een dier onmachtig wanhoop uiten. ik erger mij ondanks mijzelf, in tweestrijd, aan een aangehouden kermen zonder hoop om ooit gehoord te worden.
het verergert. in een mix van Burroughs, Dick en Kafka krijg ik visioenen van zwarte diepzeekevers, vloeibare intelligente zwarte gaten, slijmerige Nekkermannen die etherische boodschappen rechtstreeks in mijn brein willen flashen om mijn BIOS te upgraden naar Vekemans 2.0
ik lijd duidelijk aan beginnende kotziekte, een nare en bijzonder kwalijke schizofrene aandoening, een zware vorm van dissociatie en aliënatie onder invloed van self-inflicted stress: het getergde psychisme zoekt een uitweg uit de langdurige sociale en fysieke isolatie. het wordt hoogtijd voor een DSM-6 waarin de brede waaier aan corona-aandoeningen worden gelabeled en van aangepaste medicatie voorzien! business, maar dan beyond the usual!
–
het Frans vandaag, j’attise mes ardeurs, citeert Réquichot, in een frase die mij heel fel aan Scève doet denken. maar Réquichot heeft het niet over zijn geliefde maar over zijn werk, zijn Faustiaanse queeste in het ‘Journal sans dates’. Ik werk aan de komst van mijn duisterheden, zegt hij, zijn ’ténèbres’, maar werken is niet het juiste woord want hij geniet (‘jouir’), hoopt, stookt zijn vuren op, roept ze, nodigt ze uit, smeekt ze.
après-post-laat-decadente Romantiek zou je denken, die de pose van de gekwelde Kunstenaar nog net dat laatste streepje Erg bijzet. maar Réquichot heeft de artistieke pose, zo hij die ooit al kende, al lang achter zich gelaten. hij kan gewoon niet anders.
het is dezelfde compulsiviteit die je ook in het expressieve gedrag van Antonin Artaud opmerkt, de dwang van de gedrevenheid tot expressie. hij spreekt dan ook van een ‘Episode de la guerre des nerfs‘ (titel van een monumentaal tableau van 1957).
hij zoekt het automatisme van de compulsieve motorische expressie doelbewust op, omdat het een genot is voor hem, genot dat evenwel nooit tot een bevrijdende climax komt. uiteindelijk verschilt wat Réquichot in een groot deel van zijn werkt doet enkel in benaming, en dus in het voor Réquichot ook tragische besef, met de creatieve uitingen in de Art Brut, waar er dan wel gesproken wordt van een patient die een ‘episode’ doormaakt.
–
hoofdstuk VIII van Chevrier’s boek over Réquichot begint met een citaat van de grote theoreticus en voorman van de Franse non-figuratieve kunst Auguste Herbin, uitvinder van het abstract-spirituele ‘Alphabét Plastique’
‘Si la couleur est un fait, un acte de la lumière, toutes les couleurs sont plus ou moins de ‘l’obscur, le blanc étant déjà le commencement de l’obscur. Nous devons alors considérer l’obscur comme le substratum des couleurs, contrairement à la theorie de Newton qui donnait les couleurs dans la lumière, le substratum devenant le plus clair’
Auguste Herbin, L’ Art non figuratif, non objectif, Paris,1949, rééd.Paris, Hermann, 2012,p.17 – geciteerd in [CHEVRIER 2019, p.149]
aha! de kosmische decadentie, en ja hoor want in zijn noot voegt Chevrier nog een citaat toe, dat onmiskenbaar spreekt van het Rot!
Auguste Herbin, L’ Art non figuratif, non objectif, Paris,1949, rééd.Paris, Hermann, 2012,p.22 – geciteerd in [CHEVRIER 2019, p.149]
La vie végétale qui se développe dans l’obscur commence par le blanc, continue par le jaune, l’orange, le rouge, le pourpre et le violet, évolution simple et directe du clair à travers l’obscur’.
het originele boekje van 1949 kost meer dan 600 eurokens, de reprint van 2012 is uitverkocht en de bibliotheken zijn nog grotendeels toe. dedju!
soit: ondertussen hebben we weer een spoor beet want Herbin verbindt zijn spectrale kleuranalyse als decadentie uit het licht volgens deze post uitdrukkelijk met de compositiemethodes van Scriabin en Messiaen die ook euh ‘onze’ Giacinto Scelsi bezighield, intuïtief dan wel, want de natuurwetenschappelijke methode was uiteraard niet besteed aan onze flamoyante balconist aan het Romeinse Forum.


Casa Scelsi op Google nu, idd. op 5 meter van het Forum
hier is wat we vonden al over de link met de muziek en de hopeloze queeste naar de ‘universele taal’ (waar we natuurlijk ook de pogingen in die zin van onze allerliefste Velimir Chlebnikov om de vogeltaal te reconstrueren kunnen toevoegen):
Dès le XIX siècle on voit des personnalité s’intéresser a des alphabets musicaux, qui serait comme une recherche qui conduirait à la langue primitive, à l’origine de toutes les langues parlées : « langue des oiseaux » ou « langage des anges » qui était nécessairement musical. Des recherches seront menées par des compositeurs tel que Scriabine ou Messiaen, recherches contemporaines a celles de Herbin.
Des langages utopistes et recherchant une universalité sont ainsi crées, le Solrésol de Jean François Sudre, langue parlé-chanté, écrite mais aussi gestuelle, À la quelle est adjoint un code chromatique, pour communiquer a distance.
La génération d’auguste Herbin est marquée par la recherche d’un langage universelle qui permettrait de rapprocher tous les hommes. Et c’est pourquoi il fait « chanter ses tableaux »
http://art-histoire-litterature.over-blog.com/2015/01/auguste-herbin-l-alphabet-plastique-une-abstraction-spirituelle.html
we zijn dus aha, weer vertrokken!

over het journal intime
-programma

pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– enkele universa aan nieuwe betekenissen
journal intime
is een gratis NKdeE-programma
bibliografie journal intime
ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8
ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956
BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995
BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2
CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF
CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2
CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné
)
FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989
GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.
KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014
MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8
MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8
MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6
OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4
REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002
VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957
VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960