Categorieën
Grafiek Kathedraalse Leer Lopende zaken lyriek Proza

jo la catalholica

laCatalholica

jo io son la catalholica con los ninos en el parce
catalholica catalholica catalholica la catalholica
con los ninos en el parce the hiet the hiet is on

onder de mensen langzaam
de tekstblokskens schuiven
de maan is rond
de schermen sluiten bing bang bong

bang alweer. ja.
den dag zit diep geborgen
in de zon zijn rare nasmaakmond

what’s in cairo anyway?

PURPLE PROSE

Als een publicatie dan al een korrelig soort verspreiden is, een vatbaar maar log verschepen van containers poëticale gensters in dichte hulzen, een zorgvuldig toebereidde aanslag op de gebruikelijke kooporde, is het soort purperen codetoevoeging aan het netwerk dat wij beogen, dan wellicht eerder een infuus, een systematisch druppelen van healing fluids in het verziekte, codeske corpus?

Verkiezen wij niet de constante maar nauwelijks merkbare besmetting met het pharmakon van onze kunstjes boven de al te gemakkelijk ongedaan gemaakte vergulde pil? Als er dient geslokken te worden is de deining rond de slokdarm immers vele malen groter dan de eigenlijke pil. De kapitale energievreterkens in de magen staan dan al massal klaar om het zaakje toe te dekken met hunne zurige slijmen, & enig schitteren in de pil verbleekt onmiddelijk in het massale flitsen van de Lampen. De Lampen?

De Lampen Luminus, Electrabel & Telenet bengelend bij hun navels aan de buik van Mama Almachtig, bijgestaan door de deurwaarders Vleeshouwer, Vleeshouwer & Zonen.

Het WIJ

Vooreerst: het wij is een wij dat enkel door de sonde is gebonden, enkel daardoor. Het wij is een poortsel (waarvoor het definietsel vooralsnog ontbreekt) . & Wát er wordt toegediend is enkel van lokaal belang, het betreft het Lijf dat Voorhanden is. Het Lijf is een gecodeerd Lijf, het komt tot Stand in de Doorgang.

Noch de oude metaforiek van het gevecht ( er is niks te winnen) noch deze van de biologie/geneeskunde ( de uiteindelijke genezing is de dood) kunnen méér zijn dan een metaforiek: een verplaatsen van een gedachtestroom naar een stelsel waar de stroom zich reeds een bedding heeft verworven. Het lijkt nergens op, maar het helpt. In het geval van de strijdbare avant-garde praat meer om zeep dan wat anders, maar kom, met een moral majority die niets liever doet dan cliché-labeltjes plakken op wat dan meestal ten onrechte als ´poëtisch´ wordt gekeurmerkt, kan het soms nog nuttig blijken op ouderwets neo-punkende wijze wat keet te schoppen. Het lucht ook op, zo mocht ik bij gelegenheid ondervinden.

Maar het is duidelijk dat we wat nieuws moeten opdissen om het huidige bespreekbaar te maken. De Kathedraal is zo´n poging, zij het een erg idiosyncratische. Take it or leave it, uiteindelijk gaat het om een voorbeeld, een exemplarische cataloog van mogelijke bewegingen binnen de codeerpraktijk.

Het ligt echter voor de hand, om aldus terug op ons spoor te komen, het lokale met het lokale te binden. De dreun is overal dezelfde, het Lijf is niet geografisch gebonden, het locale is als locale altijd bruikbaar, of dat nu Kessel-Lo is of Gorinchem of Bujumbura. Bij het prototypen staat elke specifieke data cluster van voldoende omvang garant voor voldoende differentiatie kracht. µ.

Ok, dus, vervolgens: Abracadabra: het locale wordt wederom cruciaal & sleept het belang als een exces achter zich aan. We trekken van eigens een kruisje op ons huisje, het kruisje loopt de hele aardkloot rond & ziet: Vlaanderen Purpert (met die klimaatschuifsels kunnen we straks héél de leegte inpalmen, het rusteloze verdadelen unsoweiter).

Het LOKALE

Het lokale is immers ook maar een tijdelijke configuratie, een time window.

Bij het door deze of enige andere waarnemingspoort sleuren verwordt élke zinvolle data set immers tot pure contingentie. Een klassieke fout is dan dat het contingente reële het raster krijgt opgelegd van onze verwachtingspatronen. Top-down programmatuur verkondigt dat het contingente er dient uit te zien als het verval van radio-activiteit, het toevallige in de reële data wordt verdoezelt ten gunste van een duur betaald ´random’ dat enkel in de hoofden van de codeurs bestaat. Bij het vaststellen van de signaal-ruis verhoudingen wordt uitgegaan van een ideële stilte, de nul zàl en moet bestaan want anders kan er toch geen 1 zijn, inclusief de verdere differentiëringen?

Vanuit die illusie wordt het natuurlijk verleidelijk tot onvermijdelijk om een nieuwe vooruitgang voorop te stellen, een trans-humaan level dat bereikbaar zou zijn als we maar genoeg produceren, de snelheden opvoeren, de ballast cutten.
Voor je er erg in hebt wordt het trans-humane dan het excuus voor het toelaten  van het evident on-ethische, het wegkrabben van de basics.

Soit, aan onheilstijdingen doen we ook niet mee, want die ondergraven hun eigen ernst met een negatieve uitstraling, een genot in het verglijden, een bibberpathetiek die het onheil nódig heeft om het eigen falen te kunnen verdoezelen.
Het rechte ding doen – leuke slogan, zo´n verhaspelde vertaling- dat willen we, dus we nemen het lokale als lokaal en daarmee uit. Als het regent, regent het, en dan zijn er geen foto´s. Als er niks te zien is, is er niks te zien.
Het Lijf dat Voorhanden is, het actieve bestanddeel, is het materiële aggregaat dat enkel voor de tijd van het toedienen en masse wordt genomen, door de toedienster, in dienst van de concertation harmonique binnen het monadische theater ( cf. Deleuze. Le Pli, p. 180 e.v.). De tapkastpoes versiert het poortsellijf.

& Om het helemaal te verraadsel-betoveren: het ik komt te vervallen, het verglijdt, verschuift tot het schift & brokkelig versplinterd in de schrijfsels van meerderen. Hoezee, woeha, jippiejajee. Weeral 10 literatoren die weten waarover kibbelen.

aHum, een uitweiding, misschien. Creatie, zo stonden we al te pomo’en, begint steevast bij ornamentiek, een surplus in de productie.
Het ordewoord is hier:
d
e compileerbare ornamenten graag glinsterend met schone geiten op Outlook te grazen zetten.


Het VERZENDEN

Wat de metaforiek van de mail-programmatuur verhult, b.v. is dat de codetoevoeging aan het net die u maakt slechts in tweede instantie (of verder nog, in het derde, vierde knoopsgat) een opsturen is naar een bestemmeling. De gerichtheid van uw actie is voor het systeem geheel secundair. Verzenden is het netwerk als een compiler gebruiken, wat u zo moeizaam aan het frutselen was, geeft nu het beoogde resultaat. Of foutmeldingen. Nagenoeg onmiddellijk, niet omdat het zo razendsnel gaat, maar omdat het proppensvol zit.

Elektriciteit, de ionenschuifsels & het tikken tegen de ballen van Newton, remember?
Soit; wat u voor het systeem doet, is mee helpen bepalen wat spam is en wat niet, de grens van het toxische verder uitlijnen. Het adres van uw bestemmeling is een factor, het uwe ook, maar veel doorslaggevender is het klotsen van uw taalgebruik in uw bericht. Daarmee bepaalt u de informatieve waarde van het mailadres dat u aanschrijft.

Daarmee verkluistert u de nieuwe data ook aan een traceerbaar netwerk-in-het-netwerk, een recursie in een recursie: het speldepuntje ik dat u aanschrijft is voor het systeem het kopje op een zweer waarin de ikjes koortsachtig het pus opkloppen in dienst van het kapitale belang. Hoe meer pus, hoe meer ik, hoe groter het belang. Het ikje heeft en Face in het Book, een MySpace en het is ge-LinkedIn. Wow dit is een échte mail.

Untsoweiter. Op die wijze is het braaksel van de digitale cultuur in elke richting stratificieerbaar. Pak een breinaald, stop die erin, vis & haal een pluk schijnsel boven en onmiddellijk kan je de vergroeiingen aanwijzen die van het ene puntje het centrum maken van het informatieve heelal. In functie daarvan is alles verklaarbaar, want het verklaren is niets anders dan het ontrafelen van de verwikkelingen. De gehele verklaring neemt net zoveel tijd in beslag als de oorspronkelijke verwikkelingsduur maal 100 maal n waarbij n de resolutie bepaalt van hoe je´t maar bekijken wil, want elke verwikkeling is irreversibel omdat de recursieve structuren in elkaar haken en ogenblikkelijk een nieuwe ondergrond/voedingsbodem maken die méér is dan haar bestanddelen.

In feite houdt gezien de fenomenale snelheid van de verwikkelingen elke verklaring dan op in het net niet nu. De IT industrie wil daarvan wél een Real-time maken, in tandem met het soort nieuwlichterij à la Wolfram: men poogt dat door de minimale berekeningstijden helemaal te verdoezelen door een afstemmen op de humane perceptie alsof die humane perceptie dan plots ook discreet en bepaald zou zijn door de gehanteerde resolutie.
BS maar iedereen trapt erin want je ziet -als mens- natuurlijk niks anders. Wat er aangedragen wordt als bewijsmateriaal is overdonderend én overtuigend maar bewijzen doet het niks.

& Zo gebeurde dat drie jaar later Vista weer ’s een puinhoop vanjewelste beek te zijn.

Hoe komt dat nu toch? We Hádden het nu toch ? Woeha.


ORGASMOSE

We doen daar misschien beter niet grappig/lyrisch over, gaat het immers niet om een urgente noodzaak tot rectificatie? De falsificaties van de grote motoren van de slijmproductie ( Microsoft, Google, Apple, Adobe) zijn onrustwekkend, maar is het ooit anders geweest? Is de massa niet altijd een rad voor de ogen gedraaid? Een rad waar de scheepgaande leider-ratten zélf in geloofden? Het onrustwekkende is keer op keer dat niemand ze nog ziet, dat de eigenwaan het bij de intellectuele kaste steevast haalt op hun kritisch vermogen, om van hun educatieve intenties maar te zwijgen. Omdat het een kaste is natuurlijk, hoe zou je zélf zijn? µ.

Maar dient het toch niet te zijn: een bitter verweer? Urgent is het altijd, nooit anders geweten maar bitter? M.i.. niét.

Het toedienen van de homeopatische redmiddelen ( nu we toch aan het metaforenzen zijn) gebeurt m.i. als een zwijgzaam verzuchten, de luchtspiegeling is die van het behouden huis, het Huis van het Zwijgen. De negativiteit van het Zwijgen betreft uiteraard het afzweren van de finaliteit. De kooporde wil muurknallen, wij gaan voor het nu, het nog & het nu nog.

Het het het? Wat is het, dan? Een slaken overmand door het buitenmatige van de creatie. Orgasmose. De doorgedreven machinatie van/voor een bedachtzaam elan vital. Het omkeren van de verpletterende negatieve energieën, als het moet door de werking van het afstotelijke.

Waar spiegelt zich immers het beeld? Het beeld, een imagen dat oscileert tussen een korzelig clinamen en de gladde Orde van het Woord, het beeld reflecteert niet, het is slechts de restant van een werking. Het overstijgt niet de categoriën van het Zijn, dat komt er hoegenaamd niet aan te pas. Het beeld is een recursieve zwerm, het beeld heeft zwermtalent, het barst van de interne, autonome intelligentie. Meer nog: het beeld is in elke zandkorrel volledig verbonden met het al dat het verbeeldt. Kauw daar maar ´s wat op.

Wat ons evenwel als beeld opgesolferd wordt is flut. Flut in lage resolutie dan nog. Op flutschermen waar je hoofdpijn van krijgt.

De inwikkeling van het Zwijgen naar de creatie toe is zoals het liefkozen een uitputtingsslag voor de rationaliseringskringen die de stormloop indijken. Met succes worden blijkbaar de betekenislagen gestapeld, of beter: tegen de wanden van het afglijden weggezet. Transformatie na transformatie van het zich tastbaar makende gedachtengoed. Het opwrijven van de materie is een spiraal van fictionalisering inwaarts.

Tot het reële in het onhoudbare uitbarst, de splash van de dijkbreuk. Human kind cannot bear too much reality.

Bij elke transformatie lijken de tesserae, de afzetlijnen van het geproduceerde afval, op leesbare tekens, het zijn vangnetten, valkuilen voor de op theorievorming, op vatten beluste estheticus.
De tekens lijken écht te betekenen, via de representatie naar een achterliggende realiteit te verwijzen, die zich derhalve als vatbaar-maar-verborgen voorstelt. Maar dat komt omdat de betekenissen zich op soortgelijke wijze in de waarneming voltrekken. Niet de dingen zijn analoog aan de waargenomen dingen, waar zouden ze zijn? Het gebeuren is analoog aan het het gebeuren.

Het gebeuren ís niet. De illusie van het zijn is een noodwendige maar deels ook noodlottige fictie (Vaihinger) . De fictie is altijd een vorm van fixatie, een verklontering van het gebeuren, een wildgroei van de materie in de doorstroming, een obstructie, een kanker. Als het is, ligt het stil en is het geen gebeuren meer. De paradox is voorhanden om de doxa te kunnen laten voor wat ze is, binnen het rijk van het (om)koopbare Zijn. Fuck it. Letterlijk, als het moet.

De scheidingen die wij waarnemen binnen het gebeuren zijn louter tijdsafval. Het gebeuren is Eén. Op het nu, in het nu, overal. Het houdt niet op. Elke voltooiing is een zwichten voor de afkoopsom, het gooit de verworvenheden te grabbel voor het doodsgeile monster.

What is left unfinished cannot be undone.

Aan de andere kant kan er geen sprake zijn van enige onvolledigheid, zelfs niet van een significant gebeuren, als er geen drempels worden opgeworpen. Het ene falen heeft het andere nodig. Het evenwicht waar naar gestreefd moet worden is een uiterst labiel dansen op het splijten van de ficties, een zwoele tango met de diepe bastoon van de immer nakende ondergang.

* *
*

Reasons for Knocking at an Empty House

Ik blader door het boek van Bill Viola maar zijn er wel redenen voor het aankloppen bij een Leeg Huis? Wiens huis is het?

Waar is de beloofde lichtschijn, het glimmen van Rita Hayworth en de anderen bij het aanzwellen der slagzij makende, diepzee-wenkende toonaanstrijkers? Een lucifer vlamt, de geur van verbrande haren, het in de verte denderen van goederenwagens. Het keineige texturen-zoeken van dienstweigerende designers in de begeerde lichtgradaties die al lopende degraderen tot een flou artistique de mon cu.

En dan het digitale, de illusie van een mogelijkheid tot herhaling. Een blik op het ademloze. De mokerslagen vervolgens in de maag, van de uiteindelijk toch bewogenen.

Hoe ze de etterende stilstand staan uit te kotsen, verslaafd nog aan de maagwarmte. Natrillen van het hebben. Het wel gehad hebben. Mogen we nu de woordjes weer mooi de sentimenten laten lijmen?

De kunst is verneukt kinders, maagzuur rijmt niet, het brandt enkel maar gaten in het reeds geperforeerde tot je een illusie van snelheid krijgt bij het randen passeren.

De revue is terug. De weg is toe. De berg is op.

Viraal alleszins, maar de scheidslijn tussen de staten van het pharmakon is zelf een virus.

 

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.