
jt97 – qu’est-ce que comprendre la folie – WA TER
waarom kan ik u niet zeggen wat deze ‘kleine’ fuga in sol klein, BWV 578 van Bach ‘betekent’?
o, ik kan gerust honderduit vertellen wat dit prachtige stukje muziek voor mij betekent, dat ik er nog steeds tranen van in de ogen krijg als ik het stretto door mij heen voel gaan, ik zou lyrisch worden mocht ik u mogen vertellen hoe ik het urenlang zonder al te denderend resultaat heb willen spelen op het Hammond-orgel van mijn vader, maar ik ga u, in weerwil van de titel van deze reeks, al die intimiteiten besparen. want dat is geen antwoord op de vraag, dat is niet wat deze fuga ‘betekent’ , wat die ‘zou willen zeggen’…
waarom horen we bij muziek, of dans of een schilderij zo vaak de mensen zeggen dat het ‘niet in woorden te vatten is’, dat het ‘onzegbaar’ is, ja zelfs dat het ‘niet van deze wereld’ is?
het standaard-antwoord van de Nieuwe Kathedraal van de erotische Ellende op alle waarom-vragen is : “het zal u leren”.
in dit geval zou Ludwig Wittgenstein het eens zijn met deze Kathedraalse koan, want zoals Christiane Chauviré in haar artikel “Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein” [CHAUVIRÉ 2003] ons zeer helder duidelijk maakt berusten de ideeën over het onzegbare (’the ineffible’ in de Engelse tonnen boeken daarover) die aan Wittgenstein worden toegeschreven geenszins tot zijn opinie daarover.
voor Wittgenstein was die nood aan verwoording van de esthetische ervaring een artificiële nood die opgewekt werd en eigen was aan het filosoferen. een normaal mens luistert naar de fuga en geniet, alleen filosofen of betweterige bloggers zoals ik vragen zich luidop af wat die fuga nou ‘wil zeggen’…
Kierkegaard heeft immers overschot van gelijk als hij beweert dat muziek en dans ‘hogere kunsten’ zijn dan de kunsten in het talige domein zoals theater of poëzie omdat ze veel ‘onmiddellijker’ werken: zij hebben het ‘middel’ het medium van de taal niet nodig. wat wil het zeggen, die muziek? als het wat wou zeggen had Bach de woorden wel genoteerd en niet de noten. God spreekt in zijn muziek, dat zou onze Johann zeker beamen maar wat Hij zegt is niks anders dan de muziek zelf.
Jean Oury valt op 6 januari 1988 op het einde van zijn lezing in als derde stem bij de zich al verstrengelende meningen van Wittgenstein en Kierkegaard als hij wijst op het grote gevaar van reductie als je je begint af te vragen wat het zou kunnen betekenen om te begrijpen wat sommige patiënten doen als zij zich ‘als gedrevenen’, ‘in hun waanzin storten’ op de creatieve expressie.
want als het te begrijpen was, zouden ze het misschien ook gewoon kunnen zeggen, maar geen van de lijdenden doet dat, dus zou het maar al te gek van ons zijn als we hun waanzinnige expressie zouden willen reduceren tot de talige vorm van begrijpelijkheid die voor hen op evidente wijze niet meer werkt.
het is toch met enige schroom dat ik in dit soort gezelschap bijna gedwongen word om een vierde stem dit thema te laten herhalen en ik klim dan ook maar heel ff op het al te gladde orgelzitje om dan weer snel in vier woorden af te dalen tot mijn ware proportie van boekloos en confuus bevingerd dichtertje. ik doe het, denk ik, maar best met de pedalen, want ik word bij god zenuwachtig als men mij op de handen kijkt.
waarom toch hebben u en ik, die toch deze muziek al hebben om alles van het goddelijke tot diep in onze ziel te laten ervaren, waarom toch zijn wij anders dan de vogel die met zijn Messiaens gefluit gods glorie moeiteloos beamen en herhalen kan, zo onherroepelijk getroffen door de onaflatende plaag van de taal? waarom, zo vraag ik u?
over het journal intime
-programma

pseudo-code van het programma:
gegeven:geste:
het pad van de primaire, spontane bewegingschrijfleeslus
: herhaling van de geste
die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de gestecorridor
: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlakjij, je
: een participant aan het journal intime
programma
het journal intime
is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie
);
je wordt wakker
en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
je vocaliseert daarbij het woord of de frase
als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
teken je de geste
je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus
uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– enkele universa aan nieuwe betekenissen
journal intime
is een gratis NKdeE-programma
bibliografie journal intime
ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8
ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956
BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995
BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2
CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF
CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2
CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016
CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné
)
FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989
GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.
KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014
MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8
MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8
MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6
OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4
REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002
VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957
VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960