Categorieën
journal intime Kathedraalse Leer Proza

journal intime #91

jt 91 – il faut travailler le “pate” humaine qui nous entoure – WACH TEN

De eerste séance van Jean Oury’s seminarie van 1987-1988 in diens Création et Schizophrénie [OURY 1998], is een ware grabbelton van werktuiglijke concepten. Oury laat zijn usual suspects opdraven in een Petrarceske Trionfo van de Weide, de Pré, zijn naar eigen zeggen onvertaalbare hoofdconcept.

Hij verwijst met ‘Fabrique du Pré‘ naar het gelijknamige boek van Francis Ponge, waarin Ponge als een ware voorvader van de Kathedraal de interne keuken van zijn schrijverij publiek maakte en liet zien hoe het gedicht ‘Pré’ tot stand kwam.

Oury lijkt bij dit concept de tekst van Ponge meer als een activerend label te gebruiken voor alles wat de artistieke Gestaltung als ‘oeuvre’ voorafgaat, dan als een echte verwijzing naar de schrijfmethode van Ponge zoals die in het boek wordt tentoongesteld.

Overigens: een tentoonstelling van de interne werkzaamheid bij het schrijven zoals die van Ponge in dat boek is nog geen simultane beleving en interactie met de lezer, zoals wij die hier een tijd lang hebben aangegaan, toen er nog lezers waren (2004-2012).
Die mogelijkheid had Ponge natuurlijk nog niet, hij zou waarschijnlijk wild geworden zijn van de mogelijkheden die er nu zijn en, even voorspelbaar, net zoals ik op een muur van onwil stuiten die van enige afbraak aan het fletse aureool van het schrijvende genie niet wil weten. Wat ik doe en deed blijft taboe, blijkbaar, tot er van de literatuur helemaal niets meer rest.

Elkwegs, het punt is dat Oury aan de kern van Ponge’s boek voorbij gaat en onder die Pré-hoofding een hele reeks van extern ontwikkelde ideeën laat samenvloeien Oury blijft psychiater, hem zie je de normaliteit niet ondergraven en het sacrale aureool van de auteur blijft bij hem dan ook onaangetast schitteren. Hij lijkt ook het geval ‘Artaud’ te vermijden, terwijl alle lijnen daar naartoe lijken te wijzen. Is hem dat te hachelijk?

Maar die toevloed aan ideeën die hij wel aan bod laat komen, dat is me nogal wat.

Want de Fabrique du Pré is bij Oury niet alleen alles wat pre-rationeel, pre-intentioneel, pre-representatief of pre-predicatief is, het is een ganse site, een landschap, en een passage daardoor, want de weg is het wandelen. Nagenoeg alles waar niemand het nu nog wil over hebben, maar dat destijds erg ‘hot’ was, daar lijkt het wat op.
Maar laat ons duidelijk zijn: wat treffen we aan op deze ‘site’? Ik maak vlug een lijstje want dat bespaart mij later allicht veel opzoekingswerk:

  • Husserl’s kernconcept van de ‘Abschattung‘, de schets waarvan het door Husserl veronderstelde directe contact met het Reële door Oury fel in twijfel getrokken wordt: wat Husserl’s Abschattung laat verschijnen is niet het Echte dat hij opzoekt, maar (reeds) een ‘Gestaltung‘, een abstrahering in functie van de taal.
  • Heidegger’s Dasein (Oury verwijst uitdrukkelijk naar de tekst ‘Bâtir, habiter, penser’ uit de vertaalde ‘Essais et conférences’, dat staat blijkbaar op alle leeslijsten) veronderstelt van het individu een onderwerping aan de ‘normopathiek‘: we worden gevat in de profielen van de dag (ik actualiseer de gedachte naar onze tijd, 2020) die ons de toegang tot de zone van de site ontzeggen. We lijden aan de dwang van de normaliteit.
  • Julia Kristeva’s semiotische Chora, met name zoals dat geëvoceerd wordt in haar Bakhtin-tekst over diens Carnavalwerk (zie [BAKHTIN 1984]: dat gaat vooral over Rabelais, dat werk ken ik vrij goed, het boek werd in mijn lezing de directe aanleiding voor de vijf edities van het Klebnikov Carnaval (2008-2014), de titel van dat evenement in Kessel-Lo refereerde er uitdrukkelijk naar).
  • diverse loci bij Lacan, diens 4 discours S1, S2, S en ‘a’, daar gaat het dan over hoe een passage van het ene discours naar het andere ons toestaat ons te distantiëren van het vernietigende “Réel”.
  • de Nachträglichkeit van Freud en de grafiek van de ‘boucle retroactive’ van Lacan die hij daarmee verbindt.
  • de noties van het interval, scandering en de interrupt bij Maurice Blanchot We moeten de tekst ‘L’interruption‘ lezen, staat er.
    • UPDATE 2023: Ik las die net, besprak dat even met ChatGPT en had er volgende opmerking bij:

      “Om de verhouding tussen continuiteit en discontinuïteit in de humane spraak functioneel te analyseren, dien je m.i. af te dalen tot op het niveau van de fonemen, en verder nog de substrata in de auditieve stroom daaronder waar met intonatie, beklemtoningen, ellisies, versprekingen en hiaten het individu zich in zijn volle beleving kenbaar maakt aan de ander en waar de betekenis vaak bokkesprongen lijkt te maken (de interrupties waar Blanchot op doelt) maar waar er wel degelijk op dat louter auditieve niveau nog steeds sprake is van continuïteit.

      En de ene stilte is de andere niet. Je kan zelfs zeggen dat ‘stilte’ helemaal niet bestaat want aan de receptieve kant zindert het uitgesproken woord soms nog minuten na, niet als ‘verwerkte betekenis’ maar eerder als obstructie in de eigen flow van de gedachten, zodat die dan ‘onverwacht’ plots weer ‘vanuit het niets’ als een in het discours op dat moment irrationele tegenwerping opduikt; Er is hier medunkt sprake van een resonantieruimte van de woorden die wat Blanchot abstraheert heel erg concreet inpakt in een soort dwingende uniformiteit: de ‘gang’ van het gesprek…”
  • de correctie die Jacques Schotte aanbrengt op de verkeerde interpretatie van Freud’s ‘Versagung’ dat je niet zomaar mag vertalen met ‘frustration’ omdat de analysator moet zwijgen: het Versagen verwijst ook naar het uitputten van het zeggen, het laten uitpraten, zodat het Verzwegene of het tussen de regels gezegde zichtbaar kan worden in de vrije uitstroom van de narratie.
  • het kosmogenetische punt van Klee (ha, oef, dat kennen we ook al)
  • de site du Pré is ook de plaats waar we de Urverdrängung, de oerverdringing van Freud dienen te situeren
  • de site is beschrijfbaar met de tool van het pentagram van Viktor Von Weizsäcker, die het terrein van de primaire sensaties stratifieert met de basismodaliteiten van de Trieb : moeten, willen, kunnen, mogen en zullen (‘sollen’)
  • het terrein van de primaire sensaties wordt ook beschreven door Henri Maldiney in diens ‘Regard, parole, espace’. Het boek is besteld.
  • het terrein valt samen met de ‘paysage‘ van Erwin Straus en vormt de basis van een echte diagnose: je moet de patient ontmoeten in zijn landschap, door het landschap passeren en er deelhebben aan de ‘Geschmack und Atmosphäre’ (ik leer hier meer Duits op een uur dan op gans mijn humaniora) van Hubertus Tellenbach

Hm. Dit wordt een project van lange adem. We zullen alvast beginnen met het boek van Oury zelf helemaal gelezen te krijgen. Voor de die hards, hier nog een extra link:

dv 2020, rev. dv@CHA

over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

bibliografie journal intime

ARTAUD 1947: Artaud, Antonin, Van Gogh le suicidé de la société, Gallimard, Paris, 2018, ISBN 978-2-07-076112-8

ARTAUD 1956: Artaud, Antonin, Oeuvres Complètes Tome I, Gallimard, Paris, 1956

BAKHTIN 1984: Bakhtin, Mikhael: Rabelais and His World (Iswolsky, Helene transl.), Bloomington 1984, ISBN 978-0-253-20341-0

BARTHES 1995: Roland Barthes, Oeuvres complètes vol. III , Paris: Seuil, 1995

BONNEFOIT 2013: Bonnefoit, Régine, Paul Klee. Sa théorie de l’art. Lausanne, PPur (Presses polytechnique et universitaires romandes), 2013 ISBN 978-2-88915-034-2

CHAUVIRÉ 2003: Chauviré Christiane, Phénoménologie et esthétique. Le mythe de l’indescriptible chez Wittgenstein dans Rue Descartes, nr 39, Wittgenstein et L’art (februari 2003), PUF

CHEVRIER 2019: Chevrier, Jean-François, Bernard Réquichot. Zones sensibles, Paris , Flammarion, 2019, ISBN 978-2-0814-4197-2

CV-P 2016 I: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. I: Thèse , Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CV-P 2016 II: Viallat-Patonnier, Claire, Les dimensions de l’écriture dans l’oeuvre de Bernard Réquichot. Etudes d’un processus. Vol. II: Annexes et illustrations, Paris , ECOLE DES HAUTES ETUDES EN SCIENCES SOCIALES, 2016

CR 1973: Billot, Marcel (ed.), Bernard Réquichot. Bruxelles, La Connaissance, 1973 (Catalogue Raisonné)

FREUD 1989 I: Freud, Sigmund, Colleges inleiding tot de psychoanalyse . Inleiding tot de psychoanalyse 1/2, Boom Meppel Amsterdam, 1989

GREEN 2013: Green, Michael (vert. & red.), The Russian Symbolist Theatre. An Anthology of Plays and Critical Texts, Ardis, New York 2013.

KUSTERS 2014: Kusters, Wouter, Filosofie van de Waanzin, Lemniscaat, Rotterdam 2014

MORALES 2002 : Moralès, Gérald: La Poésie de Bernard Réquichot. De l’être à lettre, EFEdition, Paris 2002, ISBN 2-913786-13-8

MORALES 2010, Moralès, Gérald: L’écriture du réel. Pour une philosophie du sujet, Paris , Cerf, 2010, ISBN 978-2-204-09225-8

MURRAY 2014: Murray, Ros, Antonin Artaud, The Scum of the Soul, London, Palgrave Macmillan, 2014, ISBN 978–1–137–31057–6

OURY 1989, Oury, Création et schizophrénie, Paris, Gallimard 1989, ISBN 978-2-7186-0354-4

REQUICHOT 2002: Réquichot, Bernard: Écrits divers. Journal, lettres, textes épars, Faustus, poèmes, 1951-1961, Les Presses du réel, Dijon, 2002

VALERY I: Valery, Paul, Oeuvres Tome I, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1957

VALERY II: Valery, Paul, Oeuvres Tome II, Hytier, Jean (ed.), Paris, Gallimard, 1960

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

dit werk is met liefde opgedragen aan de arbeider, huizenbouwer, muzikant en kunstschilder Julien Vekemans (26/06-1940 – 09/11-2007)

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.