Categorieën
journal intime Kathedraalse Leer Proza

journal intime 31

jt#31 – le pictoral est rythmé – NIE NAMÀnànànànà

4 april 2020

De afbeelding is geritmeerd? Misschien, maar zo’n uitspraak verwart meer dan dat ze verklaart. Het afbeelden is geritmeerd omdat en wanneer het manueel gebeurt. De afbeelding draagt daarvan de sporen, van die humane motoriek.

Een foto is ook een afbeelding maar daar vind je geen ritme in terug tenzij het ritme dat je er zelf inleest, maar dat is interpretatie: het fotoapparaat heeft nergens gebaren gesteld om via de gestes daarvan tot een mimetische herkenbaarheid van de visuele invoer te komen.

Een foto verkrijgt ritme door er herhaaldelijk naar te kijken en je aandacht vrij spel te geven zodat je blik van aandachtspunt naar aandachtspunt gaat.
Je ‘leest’ dan jouw kijkritme in de foto en dat lezen is m.i. net zo goed een vorm van schrijven (je schrijft een ritme in het kijken weg in jouw geheugen louter middels de herhaling ervan).

Het schilderij geeft de kijker ook die gelegenheid: de afbeelding is dan een autonome realiteit geworden die opgebouwd werd door de geritmeerde trekken, halen, kladden, strepen en delicate toetsen. De schilder heeft die afbeelding weten gebeuren en je kan als kijker dat gebeuren nog ‘zien’ her en der, je kan ze reconstrueren. Dat is net de meerwaarde die een schilderij altijd zal behouden, zelfs al streven sommige hyper-realisten ernaar om net het gebrek aan ritme van een foto te imiteren in hun ‘kunst’.

Tja, als hen en de kijkers dat voldoening geeft, is zulks prijzenswaardig. Maar de hedendaagse schilder waar ik van hou zal er eerder voor kiezen om de kijker net zoveel mogelijk openheid en eigen ‘schrijfruimte’ te bieden. Je wil als auteur aanspreken om te betrekken en aan te sporen tot meeschrijven, want dat is plezant en gezond, dat schenkt mij alvast veel meer vreugde dan het etaleren van een persoonlijk meesterschap dat ik hoegenaamd niet heb.

Nee, ons interesseert hier voornamelijk de zuivere, niet-mimetisch bedoelde uithaal van de hand op de materiële drager. Samen met Bernard Réquichot onderzoeken we de mogelijkheid om tot een ‘logica’ van deze expressie te komen, of zoals Gérald Moralès het dan noemt een ‘écriture du réel’.

Beide termen zijn enigszins contradictoir, zij spreken, zoals Moralès ook zelf aangeeft, tegen wat zij pogen te benoemen. Want de beoogde ‘logique’ van Réquichot is allesbehalve logisch of rationeel en het Lacaäanse ‘réel’ van Moralès verdwijnt van zodra je het benoemen wil. “C’ est une caractéristique du réel d’échapper à toute répresentation” (MORALES 2010, p.139 – “Het is een karaktertrek van het echte om te ontsnappen aan elke representatie.”)

Wanneer je de geritmeerde expressie van het lichaam in de schrijfact de vrije loop laat kom je bijna vanzelf bij het obscene uit, omdat dat wat wij als obsceen ervaren en benoemen net de sporen zijn van de naakte, onbewuste handelingen van het lichaam.

Indien je je nog afvroeg waarom de werken van Réquichot eerder walging oproepen dat esthetische verrukking is het dus daarom: omdat Réquichot zijn ‘Zijn zichtbaar wou Hebben’ (‘avoir son être’).

Maar ja dat ‘Zijn’ bestaat niet, dat is een ontologische fictie, een stelling die ik elders met ondersteuning van het theoretische werk van David Bohm, Whitehead, Bergson en anderen wou en wil aantonen. Dus wat je te zien krijgt is niet het ‘Zijn’ of de ‘essentie’ van Réquichot, dat zijn louter de ongefilterde sporen van het gebeuren van de mens Réquichot, van het Réquichot-lichaam dat uiteraard niet kan worden losgekoppeld van de geest van Réquichot of van de ziel zoals die haar expressie vond in de mens Réquichot.

Hij zag dat zelf ook wel, vandaar dat hij ook herhaaldelijk zei dat zijn werken niet gemaakt waren om tentoon te stellen: hij schaamde zich ervoor, en zei dat ook.
Mijn bewondering voor Réquichot is dan ook de bewondering voor een tragisch martelaarschap. Wat hij ons tonen kan, betaalde hij met zijn leven.

rev. dv@CJF

over het journal intime -programma
This image has an empty alt attribute; its file name is ietsanders.jpg

pseudo-code van het programma:

gegeven:
geste: het pad van de primaire, spontane beweging
schrijfleeslus: herhaling van de geste die zich gaandeweg stabiliseert binnen de corridor van de geste
corridor: het tijdruimtelijke vlak waarbinnen de geste zich herhalen kan zoals geprojecteerd op een 2D schrijfvlak
jij, je: een participant aan het journal intime programma

het journal intime is een dagelijks algoritmisch uitgevoerde handeling (functie);

  • je wordt wakker en je doet onmiddellijk dit (géén andere bewuste handeling ervoor): je beeldt jezelf een geste in eventueel gelinkt aan een woord of een frase
  • je neemt de blocnote en initieert de schrijfleeslus
  • je vocaliseert daarbij het woord of de frase
  • als je merkt dat de herhaling zich gestabiliseerd heeft tot een geste
    • neem je jouw vocalisatie voor minstens vier iteraties op
    • teken je de geste
  • je leest in een boek in een vreemde taal (eender welke, niet je moedertaal) tot je een fragment tegenkomt waarvan je denkt dat het kan dienen als 'titel' of 'benoeming' van de geschreeftekende schrijfleeslus

uitvoer van het programma:
– een potloodtekening met een titel in een vreemde taal
– een geluidsopname van vier herhalingen van 1 uitgesproken woord of frase in het Nederlands (met NL tongval)
– (optioneel) een commentaar in proza

de journal intime routine
is een vrij exemplarisch, grafologisch NKdeE-onderzoeksprogramma.
de uitvoer ervan wordt hier gepubliceerd in het Publieke Domein

rev. dv@CGM

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.