“Het eind van alle stof, is in ’t begin te leeren”
Willem van Swaanenburg, De Herboore Oudheid
“eet niet van uw eieren”, zo sprak hij eerst,
“want wat hier beneden ligt, bestaat
zoals het boven keert en draait
uit slierten walg en dode drab
van slecht gestolde tranen. ach,
verblind zijn wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... door gouden glimpen huid
maar onder ’t natte kleed lonkt louter spijt.”
“span uw zaag”, zo sprak zij dan,” in uw geschriften,
ik heb slechts oog voor wat ik voelen kan.
blus dus met uw kromme takkenpen
mijn hemels vuur en helse driften:
de wereld nu is deze weidse plek
die ik u strek van bil en spil tot spiegelbil.”
en daarop viel geheel het spreken stil.
