
Dezelfde bergen bergen
de droom: aaneen te zijn,
hartstochtelijk. Peenemunde,
rocket shafts, uniformen wriemelen
rond de gloeiende kluster van kleur.
Aber euch, in het zog: niet memorabel.
Jonge slurfen die bloedeloos hun
wasdom in een klemnet arceren.
De streep door het berekende.
Het zeer in de stem, barokstrijkers
op verse sneeuw, engelen met een klit
haar in de keel. Test es. Het Ik spuwt
het spuwsel zoals wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... haar spuwen.
Leef de ervaring! Bij! Braak! Uit!
Gulpt. De wereld neemt de dichter
waar als een vunzige plooi
in het afgeschreven plezierlijf.
O leuk, zo rakelt hij de data op,
voert de opengevingerde
tekstsleuf ‘tuimelkruid’, ‘waaspijn’
en ‘bloedplof (in het zand)’.
Het woord is ook dit lijf dankbaar
dat het de zoektermen slaafs laat
glijden tot diep in de keel. Slik.
Dezelfde bergen bergen
de droom: aaneen te zijn,
hartstochtelijk. Enter.