Categorieën
Lopende zaken

Verslag Open Podium *ZAOEM

Als vagebonden mochten wij éénmalig, & op evidente wijze voorzien van een naderhand niet meer te verwijderen rode armketting, de omfloerste ruimtes van het KANTL binnendringen.

De allerbekoorlijkste gastvrouw Helen White leidde ons tot in het Walhalla van de Guido Gezellezaal, waar wij ongestoord de notullen van de Koninklijke Academie konden raadplegen, onder het waakzaam oog evenwel van Z.E. Hugo Verriest die zich voor de gelegenheid als mystiek ziener in een canvas van verschoten impressionistische kleuren had verhuld, geheel nodeloos overigens (“hij diende niet te vreezen voor zijn Dietschen vel”) want we hadden ons repressief apparaat in functie, Kessels tekstiel baron Didi de Paris thuisgelaten.

Daar mochten wij als echte artiesten schransen in afwachting van de ons opgelegde exectutie van eigen tekstmaterialen in de benedenzaal. Vooral de massale hoeveelheid knabbelgoed deden ons met verstomming slaan, wij zoeken nog naar een verklaring van deze ongetwijfeld memische vergroeïng van de entiteit ‘knabbel’ met de Schone Letteren. Babbel?

Op naar beneden, evenwel. Daar hield Van Rijswijck ’t zicht op d’eeuwigheid in een spagaat van helderheid geklemd. Eén oog richtte zich op het spreekgestoelte, waarachter de vele talenten in ranke tederheid & volle onstuimigheid opbloeiden, het andere op de eigen tekst die dadelijk diende aan het spaarzame publiek ( “de menschen, zij komen slechts zelden, het leven is duur & kent te weinig echte helden”) te berde gebracht. Het flitste door mijn brein ‘mijn g*d, waar ben ik nu’, maar ik wist: er kon geen antwoord zijn.

Ik denk dat ik ook gewoon wat zenuwachtig was & daarom rondhostte van boven naar beneden en van beneden naar boven. Vergeef mij dus als ik van het gebrachte slechts dit onthou:

  • Don Fabulist bracht op meesterlijke wijze een gesproken-gezongen omzetting van een ballade van François Villon
  • Marie Meeusen bracht opmerkelijke teksten mee waarin ‘al hoorbaar een authentieke dichterlijke stem op doorbreken staat’ (ge ziet hoe zo’n kader toch inspireert)
  • Nicole Ledegen bracht met haar klankenman een erg gesmaakt samenspel van sonoriteiten
  • De cameraman liep tegen de deur toen ik met de tekst van Pernath bezig was.

Dat Ware Werk van Pernath, bv., Levend op een Podium, ik wil dat nog doen, want mede-organisator Jelle Meander heeft daarin wel een punt: dichters zouden, indien zij de podiumpraktijk ernstig nemen, misschien óok hun collega’s en voorbeelden kunnen en moeten willen vertolken zoals muzikanten dat met hun voorbeelden doen. De teksten van Pernath verliezen zo bv. veel van hun hermetische drempels als je die een beetje doordacht en voorbereid brengt, ze bloeien op en slingeren zich als alle slijm & nonsens vergruizende onstuitbaarheden door de geesten van de aanwezigen. Het is een waardevolle stem dan, vanuit het graf, die opwekt tot het leven.

Nicole Ledegen vanachter een Fabulistenrug

Al bij al was het een erg geslaagde avond die het gansche palet van de landelijke poëziebeoefening voor ons ten toon spreidde, de vele wegen die je met taal bewandelen kan waaronder helaas natuurlijk ook enkele doodlopende steegjes.

Met dank aan de organisatoren voor de aangereikte ervaring en speciaal nog voor Ceremoniemeester Philip Meersman die tot slot van de avond nog iets betoverend met morse uit zijn Veelkantig Beplugde Talentenbrein schudde.

=> website  *ZAOEM

=> zie ook het *ZAOEM verslag van Olaf Risee

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.