ἄνθρωποι κακοὶ ἀληθινῶν ἀντίδικοι
Gnomologium Vaticanum. 743 n.313
transcription
- anthropoi kakoi alèthinoon antidikoi
cez
- Špatní lidé jsou protivníci pravdivých. (KRATOCHVIL)
deu
- Böse Menschen sind die Widersacher der wahrhaftigen. (DIELS)
eng
- The same man said: “Bad men are adversaries of true men.” [SAWS]
- Bad men are the adversaries of the true. (FREEMAN)
- Vicious men are adversaries of the lovers of truth. (LEBEDEV)
rus
- Порочные люди — противники правдолюбцев (ГЕБЕДЕВ )
ndl
- Slechte mensen zijn tegenstanders van de waarachtigen. (dv)
Neo-Kathedraals commentaar
Weerom een zeer twijfelachtig ‘citaat’ van Herakleitos, aangehaald in een van de talrijke ‘gnomologiën’, spreukverzamelingen, een rijke traditie (van bij ons zijn vooral de ‘Spreuken’ van Erasmus overbekend geworden in gans Europa als volgroeide vrucht van die traditie) die in onze tijd een nogal euh, abject vervolg kent in de ‘quotes’ : posts of ‘updates’ waarbij een citaat van een bekend figuur gecombineerd wordt met een aantrekkelijk beeld.
In die wijdverspreide wijshedenmanie wordt er evenzeer uiterst onzorgvuldig omgesprongen met de authenticiteit van wat er ‘in naam van’ bij het bloemen-, poezen- of bevallige damesprentje geplakt wordt: nu draait het veelal om plat-geëxploiteerde behoefte aan aandacht, terwijl er indertijd, door de relatieve schaarste van schrijf- en leesmateriaal alleen al, veel meer belang werd gehecht aan de educatieve waarde van de ‘inhoud’, nu wil het ‘profiel’ vooral ‘likes’ scoren.
‘It still mattered’, de boodschap in de bewaarde code deed er nog toe, terwijl nu alle materie oplost in dode bestanden en die ‘oplossing’ zelf materie produceert in de vorm van levensbedreigende pollutie (IT MATTERS)
Toch merken we recursieve tendensen: ook nu is de auteur (‘Einstein’, ‘Rumi’, ‘Miller’,…) vaker de ‘samenvatting’ van een ‘klasse’ van verwante ideeën en kunnen we eigenlijk stellen dat de auteursnaam eerder de benaming wordt van een bepaald programma uit een geheel van interagerende programma’s waarbij elke auteur een specifieke functie lijkt te gaan vervullen: de klasse ‘Einstein’ is dan bv. iets als ‘de wijsheid door genialiteit gerijpt door de jaren‘, de klasse ‘Rumi’ ‘het diepere, mystieke inzicht dat alleen wij, de goede begrijpers verstaan’, de ‘Miller’ is de ‘doorwinterde hedonist die het leven vol in het kruis pakt’ etc
Het is m.i. daarom ook op z’n minst onvolledig en au fond getuigend van het Romantieke dédain van de ‘gewone lezer’ om de auteur Herakleitos te willen beperken tot de filologisch zogenaamd ‘authentieke’ fragmenten.
Niet omdat die authenticiteit op zich onbewijsbaar en heel vaak van twijfelachtige wetenschappelijkheid is (mijn Herakleitoscollecte, dit programma, hier op https://herakleitos.wordpress.com, dat zoveel mogelijk lezingen (vertalingen) probeert te verzamelen toont dat m.i. op nogal genante wijze aan *), maar omdat men bij dat soort reconstructiewerk van de auteur-als-historische-auteur de waarheid van een fictie probeert aan te tonen ten koste van de werkelijkheid van de auteur-als-programma.**
De Stem van Herakleitos van Efeze werd en wordt immers losgeweekt van de dode ALLEEN bij de LEZER tot leven gewekt in de volle, van verhevigd Rot bruisende context van die haar actief-schrijvende lezen. Elke reconstructie is louter een nieuwe laag van mummificatie waar dwars doorheen die Stem zal blijven klinken, ondanks alle goed-bedoelende mortificaties…
* omdat met name de vertalingen die men al reconstruerende aanmaakt evenzovele lezingen zijn van de oorspronkelijke tekst, en men dus niet 1 Herakleitos krijgt maar een heel specifieke Marcovich-Herakleitos in het Engels, een lichtjes divergerende Marcovich-Herakleitos in het Catalaans, een Italiaanse Walzer-H die in niets lijkt op de Fronterott-H, enzoverder:
de vertalers/tekstbezorgers/interpreten hebben allemaal hun eigen programma dat meestal volstrekt irrationele patronen vertoont die niet naar enige historisch H. verwijzen maar naar de noden van levende auteur
** Je kan je afvragen waarom men dergelijke pervertering van het realiteitsbesef nodig heeft. Het antwoord zal m.i. moeten gezocht worden in de nood aan bevestiging van de integriteit van het eigen ‘ik’, het uiterst individuele auteurschap in de traditie van de Romantieke genialiteit dat onder grote druk komt te staan. De totale instorting van het Zijn laat ook in de filologie een spoor van ultieme vernielzucht na.