gedicht
daphne en apollo
zolderbalken kraken van herinnering:
spieren spannen zich tot nerven, takken
reiken naar een diepte onderin.
je zucht. je slaakt. jouw lichaam
lijkt van tonnen dynamiet de lont.
je kan niet uit dit heden naar jouw leven
toe. de vloer verhoogt de luchten en
jouw adem drijft mij op en aan.
ik schrijf je uit.
de laatste kreet schiet etages
lager wortel in de mulle grond.
en juist daarom ook stinkt
geld zo
invoer (2017) – rev. dv@BLW
voor ‘Rigorisme’
RIGORISME is een verzameling gedichten geschreven voor ik online begon te schrijven (1992-2004), herschreven door het Gedicht van de Dag programma
rigorisme INHOUD
- Daphne en Apollo
- de allermooiste
- de dichter des zomers
- de poëet
- de vraag stellen
- dichter 1992 – 2019
- dooi
- dorp
- een vies beest
- elegie
- evenmin
- evident
- ferm
- flagellatie van het ik
- gelaat
- genoeg
- Galathea 2015
- gloed voor guido
- het leed der lage landen
- het weigerde
- hoe het ooit
- ik begin pas en
- kinderspel
- kwatrijn
- lemmet
- licht
- lus
- mare nostrum
- moeder ben ik en kind
- musette maison
- nachtwake
- novemberblik
- ochtend
- Oetoen
- ontluiken (gignopedie)
- oktober
- ongegrond
- Peenemunde
- plaatsen
- praten is het woord
- profetenessence
- queen of slaves
- rigorisme
- ravage
- oorlof
- drempel
- rompslomp
- schichtig
- song for europe 2009 (4)
- sotera fussum (rr)
- spiegel
- stof
- stretto (bwv 1066)
- terug naar de kerkstraat
- tombeau (voor P. Van Sant)
- toverzang
- triomf
- tunnelvision
- ut pictura poesis
- verworpen neologismen voor het ‘Fin de Millenium’
- verworvenheid
- waan voos mis
- wat
- woestenij
- woordbreuk (arabisch)
- zelfdruk
- zichtbaar
- zij
- 2 haikoe’s
- 4 barokspiegels
RIGORISME.docx
[B.I.O.]
P’TiX

–
over P’TiX
P’TiX is een educatief, grafisch NKdeE programma dat van accidentele en intentionele invoer middels intuïtieve, semi-bewuste visuele projecties van de gebruiker (proefpersoon/patient/tekenares) elke dag minstens 1 narratieve potloodtekening produceert in een vierkant formaat.
P’TiX Basics
– de code van drie letters in de titels van de uitvoer is de datum van publicatie in een eigen formaat van de NKdeE.
– de accidentele invoer bestaat 52 vlekken in Oost-Indische inkt en bister gemaakt door de gebruiker.
de vlekken werden met een glasplaat op verloren kartonpapier afgedrukt, een procédé waarover de gebruiker geen enkele controle heeft en ze zijn ook in een duur gemaakt (minder dan 5 minuten) die geen intentionaliteit toelaat.
– elke dag wordt 1 vlek ‘nagetekend’ tot een niet nader bepaalde gelijkenis. de gebruiker is geheel vrij op welke manier en in hoeverre/hoelang zij de invoervlek wil ‘natekenen’.
– een volledige cyclus van het programma bestaat uit 52 dagen/tekeningen. een uitvoercyclus is pas geldig als er geen hiaten zijn in de productie.
– het P’TiX programma kent een aantal varianten waarbij de ervaring opgedaan in de dagelijkse routine wordt toegepast op andere invoer. de uitvoer daarvan wordt desgevallend benoemd met [XXX]+ ‘Extra’ waarbij XXX staat voor de lettercode van de dag waarop de uitvoer geproduceerd werd.
P’TiX invoer
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 |
17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 |
33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 |
41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 |
49 | 50 | 51 | 52 |
i tjing hexagram
hexagram 12 – 否 (pǐ) – “Blokkeren”
H A R U S M U Z E
否
83 – de lege zee zit vol met gebaren
de zee is als het kolkende brein van de aarde.
150 – bind je maar vast aan de mast als het komt
de duur heeft geen bestaan buiten het bewustzijn, en toch lijkt de tijd coherent, dus theoretisch kan het niet anders dan dat elk moment bereikbaar is vanuit elk ander moment, maar al dat tijdreizen helpt ons geen ene zier want 1) we kunnen de ervaren tijd enkel beleven, niet veranderen 2) in/op/van het moment, elke instantie daarvan, kan je hoegenaamd niks onthouden.
173 – angst onthult jou en verhult wat je vreest
dus als je jezelf wil kennen, moet je dóór de angst. wat je dan ontdekt is bepaald onaangenaam, maar je bent wel van je angst verlost. trouwens, als het einde toch onvermijdelijk is, wat heb je dan nog te vrezen? een wedergeboorte? wil je dan opnieuw deze angst?
227 – het echte gebeurt in een handomdraai
294 – wie het zijn pakt kapt gaten in het pact
het rijm in de lyriek is niet alleen een mnemotechnisch trucje. het berijmen van een betoog hielp en helpt bij het ons inprenten en representeren ervan, maar het gebruik heeft vele ‘secundaire’ functies.
het is bevorderlijk voor de muzikaliteit van het taalgebruik, de klankrijkdom en de ritmering zodat onze breinen maximaal geprikkeld worden tot concentratie, luisteren.
het eindrijm creëert samen met binnenrijm en andere assonanties, andere vormen van samenklinken, een ‘harmonie’ in de taal, een ‘overeenkomstigheid’, het draagt bij aan het gebeuren van het tot stand komen van een ‘woordenrijk’, een omgeving voor het taalgebruik, een milieu waarin de lyriek kan plaatsvinden. het schept een Sloterdijkse Sfeer, een binnen.
de berijming kan ook strategisch worden aangewend in de didactiek: rijm is een sterk ideologisch, retorisch wapen.
de berijmde uitspraak verkrijgt immers op miraculeuze wijze het karakter van een ‘ontdekking’.
het rijm moet ‘gevonden’ worden. het zet het lyrische taalgebruik op hetzelfde niveau als de mathesis: de orde, bestond, ‘bestaat’ al in de taal, het is aan de dichter om ‘het juiste woord’ te ‘vinden’.
op die wijze wordt de dichter een ontdekker, een dappere onderzoeker die zich ver waagt in het onbekende, to boldly go where no man has gone before. de dichter verovert, het dirkje kirkt en kapiteint.
aldus wordt duidelijk dat het rijm een ontologie is, in de Neo-Kathedraalse zin van dat woord (daar duidt het woord ‘ontologie’ een besmetting aan met de drang tot het fallische ‘ereignen’, de mortificatie van het gebeuren tot een Zijn): het draagt bij aan het opnemen van de lyriek in de fallische orde van het Zijn en van de Dingen.
het ‘literaire’ betreft evenwel steevast een oneigenlijk gebruik van de gevestigde gewoonte: taalgebruik is taalgebruik waarbinnen het gebruikelijke zich vestigt als het taaleigene, een soort pakt onder de gebruikers, het slijm van het verval dat zich laat inzetten als lijm van het Zijn: het establishment, de verwezenlijking van het Woord en Orde daarvan.
wil dus de literatuur zich niet laten confirmeren tot die Orde, dan zet zij maximaal in op het oneigenlijke gebruik.
de ideologische verwerping van de rijmtechniek is zo duidelijk een volgende stap in de degradatie, het verval van het literaire als literaire.
immers: het begrijpen van de ontologie als ontologie maakt haar bruikbaar als deontologie. zo werkt nu eenmaal de dialectiek (de NKdeE Gignomenologie ontsnapt zelf als ‘leer’ niet daaraan, het verschil dat het verschil maakt is dat zij zichzelf, haar eigenheid, wil opheffen in haar gebruik: het is een naar het vanzelfsprekende degraderende deconstructie van de deconstructie als verval).
wie een gesloten pact als een eigenheid opeist, vergeet de eigenheid van het pact als overeenkomst, verdrag en verwerpt eigenlijk de aanname, het geven van het akkoord en daardoor finaal diegene met wie het pact gesloten is.
maar aan de dialectiek is er geen ontkomen, elke uitweg is slechts een tijdelijke uitweg in de lineaire progressie ervan. het is daarom belangrijk om de dialectiek zèlf om te draaien en die te willen zien niet als dialectische progressie maar als voortschrijdende degradatie: elke hogere stap is in feite een stap dieper in de shit van het verval, de stijgende complexiteit beduidt een verhoogde entropie.
bekijken we de dialectiek aldus omgekeerd dan zien we dat de noodwendig gedachte synthese, die zou beantwoorden aan de zelfverwezenlijking van de Geest enkel een noodwendigheid van de fictie van het Zijn betreft: uit elke synthese druipen immers, mits omgedraaid in de virtualiteit van de potentie een miriade aan mogelijkheden, ‘gemiste kansen’.
door ons denken voortdurend te confirmeren aan de ontologie van het establishment, de Wil tot Verwezenlijken missen we alle kansen tot intuïtieve cohesie in de loop van het verval: we zien niet wat er gebeurt omdat we verblind zijn door het Zijn en we missen wat er zou kunnen gebeuren omdat we onze eigen ogen weigeren te geloven.
op die wijze worden we van wieg tot graf geïndoctrineerd door het dogma van het Zijn.
het is wat het is want het zijn rijmt op pijn.
426 – de weg der ziel verstoft en ’t stof stuift weg
de ziel verstoft, het stof verrot, het rot wil weg, de weg wil ziel, de ziel is er, er is licht, de ziel verstoft, het stof verrot,…
de tweedeling, de duale perceptie van de eeuwige terugkeer in de ekpyrosis-palingenesis is een perceptuele contingentie
contingent is misschien gewoon wat niet vereist is door het gebeuren, en uiteindelijk dus: wat niet gebeurt, de contingentie is wat de mens nodig heeft om het noodzakelijke te kunnen ‘vatten’ en om het geloof in de ‘vrije wil’ te behouden, een straffe soort spacecake. contingent is wat wel menselijk of anders-intelligent kan gedacht worden, en moet, omdat wij het nodig hebben. toeval bestaat niet maar we hebben het nodig om onze illusie van vrije wil in stand te houden.
die verschillende stappen kunnen op elk moment in de cyclus gedacht worden: wanneer de ziel verstoft ‘is het ook zo dat’ het stof verrot etc
en je kan dus net zo goed zeggen dat de stof verzielt, ook dat gebeurt ’terwijl’ de ziel verstoft: de richting is een dimensie, weliswaar voor ons een dwingende dimensie, maar ‘slechts’ een dimensie.
de haan moet maar drie keer kraaien en al die talige constructies storten in tot stoffige ploefwolkjes…
dit is conform de Heracleitosfragmenten rond de ziel die in ons haar dood beleeft en wij die sterven in de ziel, alsook de slaap/wakker metaforen.
en voor de wijzers, de mensen die -ismen nodig hebben: ik begin blijkbaar meer en meer te neigen naar een geradicaliseerd Deleuzianisme waarbij elk dualisme oplost, een hylozooïsme zonder bevoorrechte partner, een pantheïsme zonder god: een het-verhaal, dus.
een open monisme is een monisme dat enkel door een verstokte dualist nog gelezen kan worden als een monisme.
revised & compiled by dv@BKC
de HARUSMUZE is een eigentijds interactief orakel, het Beginsel van een NKdeE generatief schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing.
NKdeE Tarot

steunabonnement (gift) :
IBAN BE22 7340 2968 5847 BIC KREDBEBB
VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt.