o rouwgezel, gij
loeit de schaduw van de aaibloem nog
met tussendoor het prangen onzer
loodplooien (ooien) (o in) (o n), gij
hoogacht het leegpletsen in de klaproep der
handen (nden) (n d) (e)
en in de nijdnaad van het scheurschip,
bij de glijzangen der zinkzuchtigen,
hun behangsel week na week afvallende
hun wegkrasvlees (asvlees) (aees) (a s)
’t zal bruisen in ’t witsel van het ruisen nog
uw ding (ting) (ing) (i)
wijl ongenadig ons als zaad ontvalt
op kille rots de woordenklank
en droog.
HEMELNETLYRIEK 2.0
// de lyrische teksten vanop http://vilt.skynetblogs.be 2004-2007
worden momenteel herwerkt voor 2023 en erger
INHOUD (alfabetisch)
//titels zonder hoofdletter zijn klaar voor versie 2.0
- 4 catastrofen met refrein
- 10 geboden
- 13 stille revoltes
- aankomst
- Besluitend
- de hemel is een strakke band
- De moed erin houden
- en wij
- einde van het zijn
- erg
- Gloed voor Guido
- handvat
- het is de waarheid
- het lijf van louter code
- ka
- klimaatverandering voor eenden
- monoloog
- najaarswee
- onderwerpen
- oog op u
- over het verdelgen
- Proper vers
- rastopaal
- rotgeur
- recursief lijstje
- taaldwang
- uitgeleefd
- Vuur
- wij kunnen niet
bestand in opbouw (B.i.O 2023):
HEMELNETLYRIEK 2.0.docx
- vorige versie (1.0.2 – 2017): HEMELNETLYRIEK 1.0.2:

