Categorieën
lyriek

neem

NEEM

I

[audio: helicopters vliegen over, geluiden van een woedende menigte]

zeefdruk van een werelddeel : het
dipt een vinger in de inkt, haalt die
eruit en rolt, verscheurt de vrede
op het papier.

(…)

zo begon het. de reeds gedachte gang
waaraan bij benadering nooit een einde
komt. natura naturans live, in real time,
de vingerende vinger in de pappende pap.

doordraven? luidop? over die oude teef? dat
in pathetische oliekleuren vereeuwigd
vlaggenwijf, die afhangende vleeslappen?

spetsialʹnoy voyennoy operatsii“: poëtisch
oorlogsgepiemel. het stof van het vrijheidslijf
stuift wel weer de genetwerkte camera’s tegemoet…
tijgers herhalen eerdere tijgers, maar het konijn
is een paashaas en die tovert drones uit z’n hoed.

(…)

wiens krakende stem was dat? welke versie?
wordt er niet verdacht schoon gestorven, weer?
wie droeg daar de woorden ‘moeder’, ‘vader’ en ‘land’
de straat uit, het veld in? alles belaadt zich met schuld,
en de centen voor uitstel gaan op aan munitie.

“schuw niet de kloof tussen de kramp in je voet
en het spoor op beton van een slak zonder huis:
al wat je denkt en al wat je doet, is met eender
lijden verbonden”.

elk verzet komt bij aanvang te laat.

(…)

walging en ontzetting om de wreedheid
legt het de handen op, het zwijgen het schrift,
en de mond slikt zich door. het erge wordt erger
dan al het erge van vroeger en de angst blijft gelijk.

leegloop van kranen, stortvloed van vodka,
klaterend glas in een spiegelplas haat. de vaart
zit er in en vuur zal het stelpen wel stoppen.

is er nog wens in het hart, een voorkeur van vinger?
een wijzen in het wit van de lach? wat heet behoedzaam
als het vel toch al openligt? kleumt de zon morgen nog wel kleur op de tong? de beelden spreken ons tegen.

het gedoodverfde lijk struint door de duinen, krijst
naar een eenzame meeuw dat het béter
kan schuimbekken, snéller plukken,
langere dagen kloppen.

II

[audio: Section III van Berio’s Synfonia]

strijkers!  de snaren stonden te springen.

in een uithoek van de tent wil de heftige
blonde zo nodig  met de billen stevig in
het zeil gedrukt het bloederige torso
met dikke repen spek beslaan.

ze weet nochtans best dat er dan water
in de tent kan komen. het luchtafweergeschut
is echter en begeleidt met hoge plukjes wolk
haar driftige slaan. het torso schokschoudert
en gorgelt de zangen van Maldoror.

(…)

klappertandt tot het stilvalt en om.
een doodshoofd met ambitie bemant
het wrak van een oude Messerschmidt
en decimeert met precisiesalvo’s
de geketenden, snijdt er hier een rijtje uit,
saar een kolom om zo het gejammer
in de juiste toonaard te houden.  

(…)

dit soort meesterschap verwerf je
niet zomaar.

(…)

ik is er weer want ik voel mijn buik
zich bedenken : stroom is immers
niet éénieder gegund, er wordt
in verdere steden nog verdeling
gepredikt : twee maten, twee dagen,
een duizendtal driemasters om het plat
van de aarde te bezweren.

(…)

kommer en kwel. deze wildgroei krijg je niet uitgeroeid. zwelg wat je wil, het lijflied blijft kleven. klok in je keel,
hand op je hals: waar eindigt de hand, waar begint het gebaar? zie je de handen branden achter de randen
van mijn handen?

het moet weg van hier.

III

[audio: stilte, waar beschikbaar]

neem een stad.  plooi ze open.
hangt er een peertje naakt
in een cel te gloeien? zegt het
teveel als het om het uur de kom
met het rozige water door een
sprinkhaan in stofjas laat ledigen?

plooi ze weer dicht. vraag dan verder
ook maar niet meer naar wat er
al dan niet het geval is.

daar heb je haar, ontegensprekelijk.
wie heeft er haar toch weer ontboden?
ze leest ons de les, legt ons de kaarten.

ze stormt de berg af. zo snel als ze kan,
om de beweging daarin niet te voelen.
beetje zoals ik doe als ik wekenlang stokstijf
het draaien van de zon rond mijn hoofd sta
te ontkennen. maar ik is niet hier, het
spookt in de scheefste hooglanden.

beneden gekomen wenkt ze wuft
naar de man die boven bleef staan:
“zie je nu wel, hoe makkelijk dat was?”
geen reactie.

[trekt de rafels stof tot een strik op haar borst]

”kom je dan niet?” geen kik.
ze gaat weg, bergt haar rug
in de kast van dit land. boven

haakt de man zijn armen uit het kruis
en maant de hemel aan tot spoed, vooral
omdat hij dat elke dag zo doet. het vervolg
laat zich raden: hij daalt en met hem
de massa kreunenden onder hem.

al die onzin is te veel
voor een man alleen.

invoer (2017) – rev.dv@CDL

voor HEMELNETLYRIEK 2.0

HEMELNETLYRIEK 2.0

// de lyrische teksten vanop http://vilt.skynetblogs.be 2004-2007
worden momenteel herwerkt voor 2023 en erger

INHOUD (alfabetisch)

//titels zonder hoofdletter zijn (zo goed als) klaar voor versie 2.0

bestand in opbouw (B.i.O 2023):
HEMELNETLYRIEK 2.0.docx

~

copyright ‘ViLT //dagwerk van dirk vekemans’:
CC0 1.0 Universal (CC0 1.0) Public Domain Dedication

dit werk is met liefde opgedragen aan de arbeider, huizenbouwer, muzikant en kunstschilder Julien Vekemans (26/06-1940 – 09/11-2007)

contact: dirkvekemans@yahoo.com

VOLG dirkvekemans.be
Vul je mailadres hieronder in en je krijgt elke dag het werk zo in je mailbox, gratis. jouw mailadres wordt verder niet gedeeld, gebruikt of anderszins bekend gemaakt. Met opzeglink in elke mail.

de
Neue Kathedrale des erotischen Elends
wil onafhankelijk blijven publiceren, zónder subsidie of commerciële sponsors
en dus ook zónder (al dan niet verdoken) exploitatie van gebruikersdata
en geheel vrij van reclame.

steun de NKdeE en de Vrije Lyriek
en koop een Radio Klebnikov CD op BANDCAMP:

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.