
326 – het zeggen hekelt spraak die ’t spreken mist
hexigram 19 – 臨 (lín) – “Naderen”
–
de HARUSMUZE is een eigentijds orakel, een NKdeEDe Neue Kathedrale des erotischen Elends is een open, anti-elitair en a-commercieel ontwikkelings- en saneringsprogramma dat onderzoek verricht naar hedendaagse vormen van creatieve beleving, de mogelijke functies van de auteur daarin en deelroutines ontwikkelt die voordelig kunnen zijn voor ieders mentale gezondheid. De NKdeE richt zich bij uitstek op het schrijven en het tekenen en het schrift als brug tussen beide creatieve activiteiten. Als programma is de NKdeE zelf een geheel... schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing. het programma heeft 520 (?) orakelspreuken als uitvoer, maar die zijn zelf nog aan verandering onderhevig.
input
https://dirkvekemans.be/2018/10/17/harusmuze-122/

commentaar
het feit dat we ons kunnen afvragen wat iets wil zeggen als er iemand spreekt is een mooi voorbeeld van hoe de taal ons niet nodig heeft om zich van zichzelf bewust te zijn.
met dat (Indogermaanse?) onderscheid tussen zeggen en spreken, (FR: dire en parler) geeft onze taal het heft wat uit handen ook, want het lijkt de prioriteit te leggen in het motorische en het sensibele van het hoorbare zeggen, terwijl het spreken dat wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... als uiting achten van het hogere bewustzijn toch vooral met het ‘objectieve’ gegeven ’taal’ wordt geassocieerd. wanneer wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... beweren dat ons denken talig is, vergeten wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... prompt alles wat spier is, klank, of schrift of mond…
hebben we in de taal dan te maken met een soort taaldemon die aan onze controle wil ontsnappen en het zeggen in de mond legt van een lichaam dat wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... denken te ‘hebben’? en zijn wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... talig vies van wat het zeggen met ons spreken doet?
een demon, de duivel, een demoon is alles wat we inwaarts en uitwaarts projecteren van het niets dat ons ego is. het is onze intentie, die nooit de onze was, maar die wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... overal ontwaren. de demon is de duivel van de vrijheid die niet de onze is. het is de kwaadaardige intentie omdat het onze controle weet te ontvluchten. het wordt goedaardig weer als we dat alles netjes duaal reduceren kunnen tot het tegengestelde van onszelf, in het hogere (neo-)platonische falluszwaaien dat met geveinsde zachtaardigheid de Aristoteleske mysogenie moeiteloos overtreft.
de taal is tricky, zeggen we dan, om ons uit de voeten te kunnen maken, misschien kunnen we best zoveel mogelijk zwijgen. de vlucht in het formele. het daadwerkelijke spreken verraadt ons immers vaak, ‘iets’ doet er ons meermaals iets anders zeggen dan wat wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... wouden zeggen. het onbewuste kent haar eigen wetten, zo hoor je al de psychologe, maar goed: naast de freudiaanse verspreking (let wel: ‘verspreking’ – het zeggen zelf verzegt zich nooit, het is altijd wat het zegt) heb je ook het mompelen, het stotteren, het haperen en doodgewoon het gebrek aan lucht.
het angstbeeld dat onze woorden verloren gaan, de zekerheid die wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... zoeken, weg van de vluchtige uitspraak, het overgeleverd zijn van al het denken aan die vervloekte contingentie in de tijd: het noopt ons tot schrijven, tot koesterend bewaren van het woord, dat in bewaarde vorm meteen ook code wordt, versleuteling van het gezegde in de algoritmische voortgang van de abstracte gedachten.
we hebben het eruit gesleurd, nu trekken wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... onze handen af van al die mondigheid: het is bewaard en ter beveiliging met waarde omkleed.
maar waar is nog het midden van die taal, die nu geboekstaafd staat? wat was ook weer haar grond? elke keer wanneer wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... spreken opent zich de afgrond van de mond. de taal toont nooit het achterste van haar tong.
van al dat talige rot was de schreeuw het eerste stadium. en het zingen ook, dat van het zwijgen nog voldoening zong. de neurofysiologisch correcte explicatie van de werking van de taal gaat nooit de pijn van haar falen kunnen verzachten. het duurt ewa lang, die uitleg.
“zie je wel?”, zo zeggen wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... en dat zeggen is voldoende dan, het snoert elk spreken de mond. ik kwam, ik zag en ik ging ten onder.
scève
Je souspiroys mon bien tant esperé,
Comme un malade attend a son salut,
Cuydant avoir asses bien prosperé,
Ou vain espoir rien, ou peu, me valut:
Mais recourir ailleurs il me fallut
Pour me trouver briefve expedition.
Parquoy voyant, que la condition
De mon mal est, qu’au guerir il s’indigne,
A celle suis tout en perdition,
Que j’offençay pour l’adorer indigne.