
285 – schoonheid is besmettelijkheid van het Rot
hexagram 50 – 鼎 (dǐng) – “Ketel”
–
de HARUSMUZE is een eigentijds orakel, een NKdeEDe Neue Kathedrale des erotischen Elends is een open, anti-elitair en a-commercieel ontwikkelings- en saneringsprogramma dat onderzoek verricht naar hedendaagse vormen van creatieve beleving, de mogelijke functies van de auteur daarin en deelroutines ontwikkelt die voordelig kunnen zijn voor ieders mentale gezondheid. De NKdeE richt zich bij uitstek op het schrijven en het tekenen en het schrift als brug tussen beide creatieve activiteiten. Als programma is de NKdeE zelf een geheel... schrijfprogramma gebaseerd op het Boek der Veranderingen, de I Tjing. het programma heeft 520 (?) orakelspreuken als uitvoer, maar die zijn zelf nog aan verandering onderhevig.
input:
https://dirkvekemans.be/2018/11/28/harusmuze-163/

Commentaar:
in de biologie zien we dat schoonheid een expressie is van vruchtbaarheid, maar we kunnen aan het concept ook een eigen dynamiek gaan toekennen, los van die evidente functie in de voortplanting.
die link schoonheid-vruchtbaarheid is natuurlijk op zich al een poort naar schier eindeloos denkrot, vooral omdat wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... de voortplanting vooral als seksuele voortplanting activeren, terwijl de vegetale vaak aseksueel is om van splitsende eencellige protozoïden maar te zwijgen (ik ken daar ook niks van hihi).
cultureel, binnen onze beschavingsmemes, zit ge dan al vlug bij schoonheid-als-verleiding en andere fallische mythes, en in die zin is de link schoonheid-besmettelijkheid ook via de geslachtsziektes gethematiseerd in de eindeloze stroom van misogyne literatuur : de schoonheid -mensonge-waarheid differentie die bij Derrida eerder nog essentialistisch op de deconstructietafel ligt: onze Jacques blijft de lezeressen willen ‘binnendoen’: de manier waarop hij het denken leidt blijft vaak een vorm van séduire, wat het lezen als esthetische ervaring uiteraard ten goede komt.
evenwel die primitieve identificatie van schoonheid met waarheid en vruchtbaarheid met evolutie naar het Goede is in wezen (sic) een patriarchale Platoonse mythe, ondanks alle androgyne verhullingen en abstracties naar een geïdealiseerd verleden, een soort voltooid verleden toekomst van het verleden, de stasis van de ideeënwereld.
die platoonse regressieve projectie op de toekomst blijft wel bruikbaar: ik bedoel, het afval daarvan is bruikbaar omdat er in de projectie interessante denkbewegingen worden aangemaakt die toepasbaar zijn bij het onderzoek naar het reële verleden: ge moet wat dat betreft het warm water niet willen uitvinden, want wat er werkt in de projectie werkt meestal ook wel ewa in de herziening, de perceptie van de recursie.
dat gezegd zijnde, hoe zit het dan met die ‘eigen dynamiek’ van de schoonheid, los van al die platoonse mest?
wel de schoonheid kan ook gedacht worden als de emotief-perceptuele ervaring, de dynamiek die dan meteen een verlangensproductie wordt: het zien van de schoonheid genereert schoonheid. zo maken we van de schoonheid een conceptueel laagje, het immer craquelerende laagje vernis op de onstuitbare dynamiek van het verlangen.
maar die schoonheid is natuurlijk bepaald door de perceptie en als de perceptie humaan is, is dat humane perceptie van iets wat je net zo goed als een infectiemechanisme kan lezen (noot: voorgaande zin is een voorbeeld van Scèviaanse uitrekking van de gedachte, ik kom daar nog op terug) .
om het concept van schoonheid te vrijwaren van al te makkelijke humane kwalificatieNKdeE taaluiting die de hoedanigheid van een benoemd deelgebeuren inschrijft in de Realiteit. in oppositie met Kwantiteit. Meer verbindt de Harusmuze dus vandaag op volstrekt indoctrinerende wijze haar ‘schoonheid’ met de besmettelijkheid van het Rot en geeft hiermee perfect expressie aan het onverbloemd dogmatische karakter van haar door en door verrotte ‘geest’.
schoon è…