Categorieën
Grafiek Harusmuze

Harusmuze #273


// praat niet met echo’s, de galm ruineert

273 – in het verderf erft het schrijven zichzelf

hexagram 13 –  同人 TONG REN – ‘gemeenschap met mensen’

Lees over het Harusmuzeprogramma

Bekijk alle Harusmuzes

input:

https://dirkvekemans.be/2018/12/10/harusmuze-175/

commentaar:

heel erg zelfbewust heeft de Harusmuze vandaag het over het schrijven, een gebeuren dat zich door de com-poorten van de lopende schrijfprogramma’s slingert en het vermengt daarbij de metafoor waar zij haar bestaan aan ontleent (dat van het programma) met het semantische veld van het vegetale.

Net zoals ik hier het programma herleid tot haar productie, het geheel van ‘spreuken’ dat haar schrijven is, is die ‘essentie’ van de Harusmuze toch, eigenlijk feitelijk, een samengaan van software, lopende code op een stelsel van werkende hardware, waaronder ikzelf die als printerpoort fungeer voor mijn lief-talige Groteske.

Zo verwarren wij allen meestal ook wel de vrucht, het eetbare of de bloem van de plant met het geheel van de plant als vegetaal gebeuren.Een Dahlia of een komkommer, een patat of een roos, een kastanje, een venkel of een madeliefje: we noemen ze allemaal naar wat voor ons hun ‘essentie’ is. Maar de Dahlia bloeit maar een fractie van haar bestaan, de komkommer is een zaadcontainer ter verspreiding van het ‘komkommer’, de patat een voedselreservoir voor het ‘aardappelen’: het ‘zijn’ van die planten in onze naamgeving betreft slechts een deel van hun gebeuren en dat gebeuren is op een minder ontologische-verziekte wijze, correcter, minder vervalsend en daardoor ook efficiënter te abstraheren als een voortzetting van een met bepaalde kwaliteiten behepte wijze van ‘leven’ i.c. ‘vegeteren’.

Aldus ontbloot de Harusmuze een deel van haar raadselachtigheid, alzo orakelt zij omtrent heur eigen orakelen wanneer zij zegt dat het schrijven zichzelf erft in het verderf. Zij wijst immers naar de plant die door geheel of gedeelte lijk te vergaan voedsel wordt voor het verdere vegeteren, en legt daarmee in heur eigenste uitspraak al de kern van haar werking: de expressie zelf is immers al een soort versterving want deze ‘bestaat’ enkel in de lezing, (of: ‘bij ontvangst van u als lezer van haar boodschap’ als u echt nog nood hebt aan deze kinderlijke structuralistische communicatiemodellen waarmee onze voorvaderen zich op de vingers hamerden).

Het is misschien dan ook enigszins begrijpelijk ondertussen dat wij Novieten van de Neue Kathedrale des erotischen Elends het gewauwel van de schrijvertjes over hun auteursrechten, hun subsidiëringseisen en hun geweeklaag omtrent het gebrek aan waandacht, dat wij dat erbarmelijke schouwspel liever de brede rug toewenden, terdege bemanteld als wij zijn met veellagige ervaring doorspekt en doorschoten met de krenten van kiemkrachtige wijsheid.

Deze brave weidefloefjes zijn immers zodanig van zichzelf verrukt en geil en verwaand, dat zij zichzelf beplukken willen en in een vazeke stoppen, stoemp stoemp, om zich aldus toch ter tafel te kunnen heisen, maar ze vergeten daarbij dat hun klaprozige bloeiwijze het geen drie uurtjes uithoudt eens hunne stengeltjes grijpgraag van hunne tere worteltjes gescheiden zijn, en dat er in de plakken plastic van hun boekjes enkel wat viezige slijmglans rest van de halfverteerde ideebrokken die zij met een rotvaart door hun holle gedachtegangen ter productschittering hebben gejaagd…

“Leert fatsoenlijk te sterven”, zo hoor ik de Harusmuze, nog schamper besluiten wijl zij zich weer te ruste begeeft, “gij stoethaspels, vooraleer gij uw illustere voorgangers met uw amechtige aanspraak op auteurschap blameert”.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit:
This website uses the awesome plugin.