Categorieën
gedicht van de dag Grafiek woordenpers

staaf

sprakeloos, van mond en tong is het ontdaan.
de armen en de benen zijn er afgepeld.

ze zucht. haar lichaam brult. het schuift het
kleed van stilte listig hoger op haar huid, breekt
met wrijven, nijpen, strelen de oudste
der geluiden aan. antifonen galmen

in de klinkers van haar naam. haar vingers
wrikken en ze woelt de letters om: het zand
is in de duin het zand, de duin het zand. de duin
is in het zand de duin, het zand de duin.

ze hamert nu en mij op het en toen en zij. gespierde

taal. kijk: kijkgaten in de handen. trekpleisters
aan de lust. in elke wonde kriebelt en krioelt
van ’t woeden meesterlijk de droefenis.

de zon bolt buiten om, de oogkas rondt haar bol.
de kust is vrij, ze ebt niet meer. ze heeft
de volle maan als sprookje afgedaan.
het slipje splasht kletsnat op witte tegels

er spartelt nog een visje bij de krabben
in een plas. het brakke water stinkt,
het stromen is van eeuwig wijlen
afgesneden en dus ook van golf en zee.

wierook, warmte, rotte slierten alg.
de meeuwen gieren kerk  en hoe
het ook slaakt zijn walg: god is hier
een staaf in haar en god is sterk.

inputtekst (2010)

dv 2019 – “ses bras se déchirent mille fois en caresses trop lointes”

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.