karren stropen de straat op,
spatkoppen wat katten open en
stropletten duif.
de bloesemtak van kerselaar
kucht kelkjes af in de opstartstank
van het gebulder.
‘van dit leed hoeft niemand weet te hebben’
ogen draait het om en luiken toe
van paars naar puur oranje.
‘niemand,‘ zegt ze.
de eerste slok is altijd de ergste.
‘weet te hebben’.
er komt sleet op de voortgang
van lente en het
houdt nog niet dadelijk op.
doodskopstreling in de slokdarm.
‘hoeft’.
inputtekst 2009
HET
is de prequel op LAIS, de
Geschiedenis van een Verwording
inhoud
- opdracht
- ouverture
- het
- wachet auf
- paraloog
- het over het (essays)
NKdeE 2024 – Public Domain CC0 1.0