Categorieën
asemisch collage gedicht van de dag Grafiek La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire lyriek

La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire – advertentie

(advertentie)

L’empire familier des ténèbres futures

helaas (het schranst en schuift aan elke tafel)
een drift ons welbekend,- (loop ad libitum)
(humus, slijm en steen weerspiegelende
steen en slijm en humus weerspiegel ik)

(gruwelmantra voor haar lichaam tot en
met een grimas dromen fragmenterend –
borst ontvolken, hinderbeentje krak en kom,
de velletjes  gebrandmerkt versturen)

ofschoon het echte nimmer zal verduren

(hélas!) het (prison si non, cré nom) rijk

Het Gedicht van de Dag komt vandaag uit La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire (1996 -heden).

Lees verder:

LVdCB_ad01
dv 2018 – LVSdCB – advertentie#1 – mixed – A4 – €25

Deze post zorgde wegens schending van het ‘naaktbeleid ‘ ervoor dat ik 3 dagen mijn mond moet houden op Facebook. Grappig, want de voorgaande dagen kwamen de prentjes bij mijn berichten van hier niet meer door en nu plots weer wel. So it goes.

Bij mijn FB-bericht die zoals gebruikelijk dir ‘Gedicht van de Dag aankondigde had ik deze uitleg geschreven:

” In de tijd dat ik het programma ‘La Vie Sexuelle de Charles Baudelaire’ begon uit te schrijven, stelde ik vast dat de advertenties in weekbladen en op tv veel vernieuwender en ook wezenlijk interessanter waren dan de eigenlijke inhoud. Dat gegeven speelde mee in het plan om de gedichten van de reeks als advertentie te plaatsen in week-of dagbladen en elke reeks van zes te laten besluiten met een advertentie die de vorm van het voorgaande uitbreidde met een nieuw gegeven. De volgende reeks zou die ‘vernieuwing’ zich dan toeëigenen zoals de reclame ook ‘artistieke’ vernieuwing gebruikt. De ‘advertenties’ zou ik dan geplaatst willen zien in literaire tijdschriften.

Het hele procédé stortte echter in door gebrek aan spankracht omdat elke ‘literaire’ schriftuur klaarblijkelijk al lang doorschoten was met ‘productie-kwaliteitseisen’ en er dus geen enkele differentie nog langer dan enkele maanden kon worden opgehouden: elk schrijven verzonk in het gezamenlijke bad van de code, een soep die vooral vers moest zijn en verkoopbaar.

Dat bleek ook tijdens het festivalletje ‘Leuven Per Vers’ dat ik in 1996 in dat grondig ‘uitgesponste’ nest organiseerde: wat niet aan de consumptie-eisen beantwoorde, was ‘over datum’ en daarvoor was er enkel nog plaats in een gemarginaliseerd aftreksel van een subcultuur, maar ook dat was slechts heel kortstondige wildgroei van zwammen en schimmels op de mestvaalt van het Westerse exces. Je kon blijkbaar enkel nog de platgetreden wegen van de exploitatie op (genre ‘Behoudt de Begeerte’), de ‘cultuur-industrie’, of wat roeren in de poelen op de vaalt

Niet lang daarna zat ik gelukkig weer geheel in de pampers en kon het hele circus mij gestolen worden: dat waren wellicht mijn gelukkigste jaren (1997-2007), tot het schrijfmonster in mij weer de kop opstak en alles samen met de milleniumeconomie als een zeepbel barstte en ik jarenlang in een maalstroom van wroeging, spijt en (zelf)destructie werd meegezogen. Ook dat ging voorbij.

Mijn enige verlangen nu is om met rust gelaten te worden terwijl ik verder schrijf en klieder en pruts. Ik wil mij ook niet meer inlaten met de ‘wereld’ of er uitspraken over doen alsof dat enig belang zou kunnen hebben. ‘Laat mij gerust’ en ’trekt uw plan’, maar zelfs dat wil ik allengs niet meer gezegd hebben. Ik streef ernaar om mijn spreken met mijn schrijven te laten samenvallen in een algehele dissolutie van het ik, maar ook dat blijkt dan weer, vanuit andere standpunten bekeken, net als deze ‘jeugdige’ protserigheid, een zeer ambitieus project, want het is begot niet eenvoudig om in dit nijdige antropoceen een vorm van oplossing te verzinnen die niet geheel ongewild minstens de ergernis van enkele kwalijk ruikende humane gedrochten oproept.

Soit, we zien wel, wat er ook gebeurt, mislukken doet het toch.”

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.