Toen in stilte mij vergeten al uw ruisen overdonderde en, verdord, een druppel regen mij een zondvlaag horzels in de nek was, brak mij nog van u ontdaan elk streven af op haarfijn cru gerekte, zeeomspoelde stippellijnen; toen brak, als steen van roos gebarend ik, in mijn kalende zwijgen op de kiestoon af en zei … Meer lezen over exegi (Hor. C. III, 30)
Kopieer en plak deze URL in je WordPress site om in te sluiten
Kopieer en plak deze code in je site om in te sluiten