“Maudite soit la nuit aux plaisirs éphémères”
Charles Baudelaire
I
het vervloekte lacht
met de lach van het vervloekte.
schuld ettert in de mondhoeken
verwijten glimmen in het slijm
van het besef.
het aangezicht ter dood
kan zich met geen zeep ontdoen
van de blik die niet het kind
ziet dat weent in het aangezicht
maar de lach
van het vervloekte.
