
Ik, de vrezende, die met grafiet beschrijft het git:
een kraakstem plooit mij heet de letters uit en wit.
En ik schik mij in uw stad, die naar lijken verkleurt
en weg spurten de krabben van het geurige rot.
daar is het jongetje wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... dat met aarde de helmen vult
zijn knieën knikken beverig bij de helmgaatjes neer:
een gaatje stulpt naar boven, eentje gaat naar onder meer
wijik en u. het wijgevoel! herinnert u zich dat nog? toen iedereen in je buurt dezelfde boeken en kranten las, naar dezelfde tv-programma's keek (er waren er maar een stuk of 4 waar je kon naar kijken, voor velen maar 1).duizenden mogelijke gespreksonderwerpen op basis van gemeenschappelijk als dusdanig gekende en gerapporteerde feiten.je kon over het nieuws beginnen zoals over... tellen elke kogelbaan die door de helmen tulpt.
diep in het donker te zweven hangt racha stroef
het bloed jaagt er zwart en stijf door haar strot
en haar angst is de angst van de moeder van g*d,
angst voor de vrucht van haar lust die zij begroef.
Ons bestaan, naar zijn beeld, maakt haar woest en bot
en zij wil nu ook mij in uw ogen dood en kapot:
ik, de vrezende, die met grafiet beschrijft het git:
een kraakstem plooit mij heet de letters uit en wit
en ik schik mij in uw stad, die naar lijken verkleurt
en weg spurten de krabben van het rotten dat geurt.
[…]