een ogenblik is geen moment. het, het moment vindt
plaats waar ogen zich sluiten. artichoc, hartsgedaver
liefde diep in de liefde, de, een iteratief van daad, dader
& dagelijks dat weet je de zon komt op, welk kwaad
kunt gij mij dan verwijten? lekker is wat lekker is.
de droom van zijn is mij ontnomen, het zwart dat
ik als negatieve god omarmde. & wat dan nog? niets
ben ik vergeten, niets heeft nooit meer dan nu, nu, nu
bestaan. ik lik je lippen, maak een jou van jou, verwoord
je tot een zekerheid, vaste grond waarin ik bloeien kan.
zie mij: bloem voor jou, wiegende met ettelijke kelkjes.
zacht & oorverdovend ben ik ik, ik weet het. dat komt
omdat geen oor mijn zwijgen hoort & alles vergaat
in het niemandsland waarin mijn strelen verstilt
omdat er stilte nodig is in de drukte van het strelen.