Categorieën
lyriek MOMENT

moment (117)

cb63(voor cb)

de spot & het afgrijzen in de ogen is
de hoed die ik heb afgezet. mijn hand is
vingers aan een houten staaf, mijn arm is
hand van mijn verlangen & ik doorkruis

zo zonderling dit rijk zo zonder horizon.
mijn slapen raken aan een lucht die massa is,
versneden door die scherpe tinteling ting ting
van de onmeedogende herinnering.

de kraai kraakt wormen uit de aarde, de mier krioelt
op zoet, de mug zuigt bloed, de mot verschroeit, maar
zinloos open is mijn wonde, mijn lijf dit rottend nest.
berustend plat zucht dan mijn hond zijn oren. zie

de bomen wiegen in het ritme van ons vrijen
de bloemen druipen dauw,  jouw brillantine
de zee waarin ik duik is stil & slikt & golft besluit.

 

Geef een reactie

%d bloggers liken dit:
This website uses the awesome plugin.