Categorieën
lyriek

moment (115)

cb61(voor cb, & bj, bij zijn dood)

onbeholpen ons gestrompel in dit leven is, wij
scheef geklonken lijken voor het sterftijd is &
in de regen schuilt & trilt & loopt de traan &
als het slot komt is meestal de sleutel zoek.

er is geen tijd, er rest ons enkel dit moment,
alle dagen zijn al duizendmaal tot nul herteld.
toch blij ben ik & klein want grote schoonheid
zou ons onrecht doen. wij moorden dagelijks,

wie gaat ons vergeven? vrienden niet zijn wij,
niet dat tergend langzaam vol verdraagzaamheid
geslenter met, gefriemel op elkaar. op het pad
weent mee de n de n de nee brult mee de nacht.

maanlicht ja & daar wacht  jij. in jouw cocon wil jij
wel vlinderen nog een dag of twee met mij. dus het
vergeefse van dit alles maakt mij dood & domweg blij.

 

Geef een reactie

%d bloggers liken dit:
This website uses the awesome plugin.