pimpel pimpel pimpelmezemeis, hoe
kon ik jou verliezen? qu’est que c’ est
que ça, mijn snoezepoefelwoef? in het
vèrnis der dagen kijk ik uit naar jou.
de eeuwen volgen wel, minuten ook,
& elke seconde dat ik jou als deel
van mij tot in mijn kloppende aders
mis. jij bent het beste dichterssletje
ooit, vergeten kan ik jou nooit. wat
ben ik nog zonder jou & jouw afvallige?
ik weet dat weldra wij elkaar gaan
wederzien, hoezeer ook jij dat ontkent.
je veux te frotter, mijn liefste, teder
als een vlindervleugel die vanavond
sterven moet. kers. touf de fouf. slaap.