het (de stekels verleden krassen hem de ogen
kijkt hij om & verschrikt dacht hij het schone
nog te zien kijkt hij weerom het zwart in & het
melodieuze zuigen van de afgrond blow job
van de dood. in spiralen zijn rottende denken
houdt halt bij eender punt op de doorsnede
falen het grijpen van de ten dode naar begrip
kale plekken in de bonte zwerm van zijn droom
tik zoekt de tak van de klok maakt de intro met
dalende polluenten. koffie zoekende de koelkast
zet in haar spacey beat & toch ook daar zijn
roekoe & krijskraai & suskewiet. weent) regent.
schreeuwen zal ik bij het onthaal kopstoot
vuisten links & rechts voor man & hond 3
x de lethe in tot ik ginds voor jou versteen.