mijn handen wrijven in de handen
die de jouwe zijn, mijn benen doen
vergeefs een kronkeling naar jou
de leegte in het bed is laag, gemeen
alles lijkt op niets, maar niets is alles,
het gebrek aan jou doet mij teniet
verdriet dat langzaam kantelt naar
verlangen, verlangen naar verdriet
geschommel & een beetje beven, bang
omdat de dag mij genadeloos verniet
de zon gooit glorieuze tranen in mijn ogen
het magnifieke druipen van dit heelal
de draad die ons verbond, verbindt is dun
rag dat om ons is geweven, spijt om spijt
die ons omgeeft, wereld die ons omringt