volkomenheid, verschijning van perfectie
draad die daden aan elkander rijgt:
alsof ik er niet ben, uitgehold, ben ik er
een tere schelp van ons bestaan. schuldig
aan verwonding, scheef in elke baan
mijn handen zijn tentakels, mijn mond
is open wonde. de wereld schuift van
grijs naar zwart, een hebberig gebeuren.
de gordijnen doen mij toe. de deuren
sluiten. alsof er niets was, ooit, is er
niets, nu. ik staar de leegte in, leeg,
straf omdat ik van jou houden wou.
de kracht ontbreekt mij. spieren
trillen. alles is voorbij. ongenaakbaar
ben ik in jouw dromen & jij bij mij