uit het ergste leed komt voort subliem genot.
uit wanhoop is de hoop gebannen & het leven
ziet zich naakt geboren, sterven, gans haar lot.
in het diepste zwart zit al het licht verscholen
& in het licht krijgt duisternis haar naam. wat
binnen is, krijgt buiten ons de plooi van ruimte.
wat buiten is, wordt binnenin bepaald. nergens
is de plaats die er niet is, omdat niets de plaats
naar iets vertaalt. ergens is niet nergens, de tijd
vindt daar wel plaats. bij ontstentenis van tijd
is nergens overal: binnen, buiten & bij gebrek
aan duur bepaalt het zich tot niets, een eeuwigheid.
ik richt mij op, ik sterf in jou, mijn leven wordt
door jou totaal omsloten. de tijd splijt, de verte
is oneindig, zwart. & daaruit rijst jouw felste licht.