dit lichaam dat jouw lichaam raakt is algeheel
gebrek aan toeval, onafwendbaar als eclips, wet
in elke constellatie. de tijd ontziet haar tel. ik
verlies mijn zicht op aarde, jouw maan is in
mijn stralen goudomrand. kraters verdwijnen,
vlekken slaan als duizend tongen om jou heen.
zon & maan omarmen stil het licht, de duisternis.
jouw vingers in de mijne verstrengelen de aarde
tot dat ene woord dat op eenieders lippen ligt.
wij zijn beschrijfenis, onleesbaar in de nevels
alleen de vogels hebben weet van ons bestaan
& hier & daar een kind dat alles in de ogen leest.
droef, wij dalen af naar het bestaande. het niets
verslikt zich hier, in dit moment. een vorm van
leven, zinsverbijstering, het licht is alomtrent.
cbdv 2015