wanneer de avond valt (de avond valt) zal ik jou
(niet) ontkennen. bij ontstentenis van de geliefde
(ik zie jou niet), ontstaat het beeld van de geliefde
in de beweging wég van de lieftalligheid. de tel
tikt door, het vege lijf der zoenen wordt vager
in seconden uitgeveegd, een scheve klok verslikt
zich in de tijd. alsmaar trager, verder weg. slib
sluipt in de stroom der letterlijke liefde. de pijn
is onherroepelijk (het heeft geen naam). de dood
strijkt met het leven leven open. de regen druist
als gek tegen de ramen. vreselijk dikke, oneetbare
vliegen die de leegste kamer van hun ruimte ontdoen.
in het woelen van mijn angst vind ik de draad
waarlangs jouw liefde in mij woekert. ik spreek
jou uit, jij bent mijn toverwoord. de zon is daar.