Er komt verlangen in de zee van mijn verlangen
Een draaikolk lust in het golven van de lust.
Jouw enkels maken enkels in het water aan het strand
Ik bruis, jij heft jouw kleedje hoog, het wordt toch nat.
Jij staat nog half aan land, maanlicht omrandt slaafs
Jouw naakte contouren, werpt een zachte schaduw
Op de schelpen, algen & het bekken van het zand.
Ik sleur jou dieper in mij mee, jij wordt ook zee.
Er komt een kern van liefde in mijn liefde vrij,
Jij spartelt blij, een stoute zeemeermin, & meer
Van ons dan louter vocht komt in de golven vrij.
Ik wrijf jouw naam in hoge, droge duinen uit,
& ’s Morgens leest de zon de letters, het besluit:
Jij werd ook zee, & ik ook strand, ons Avondland.