Categorieën
kort lyriek

songs in the nick of time (1)

Dürer

April 2015. Dromen zijn een plaag geworden.

Ik word wakker bij mijn geliefde. We zijn tot glans verstrengeld, de zon herkent zich in haar gouden haar. Ik kijk naar het uur, schrik & zeg dat ik uit werken moet. Er volgt een kreuntje, ik doe mijn broek aan, mijn tenue. Ik ga zwijgend de berg af, één met haar, de ruimte is herleid tot singulariteit, de onze.

Ik sta te wachten op de bus, de lucht betrekt. De auto’s aan de overkant schuifelen de stad in die ik verlaat. Er verandert iets, als bij teken, overal. Een zwerm vogels vlucht schriekend zuidwaarts. Een blauwe Volvo versnelt & boort zich in de koffer van een Citroën voor hem. De chauffeurs stappen uit & slaan elkaar verrot.

Ik wil hier niets mee te maken hebben, dit is niet mijn dag. Laat het zijn.

Een jonge vrouw aan de overkant slaakt plots een kreet. Zij staart mij aan alsof ik Elvis ben. Ze ontknoopt haar loden jas, doet haar rok uit, gooit haar slipje op de steenweg & roept iets onverstaanbaars. Ze is zo geil dat ze de wind wil neuken.

Mijn bus komt eraan, een gevaarte met gele ogen. Ik grijp mijn portefeuille, & dan zie ik het: mijn abonnement is weg. Op de plaats waar het zat prijkt enkel het visitekaartje dat ik erachter had verstopt.

Fuck. Zou ze echt? Ja.

Ik zink. Ik ben een krab die letters krabbelt op de bodem van de zee. Ik murmel iets tegen de chauffeur, rijdt u maar door, ik heb het niet. Hij scheldt mij uit voor doffe lul. Dan zie ik haar komen, de berg af, mooi & lachend & zwaaiend met mijn abonnement. Ik denk niet dat ze weet dat het mijn droom is. Ze tongzoent haar vriendje & steekt mijn abo in de fik.  Ik word wanhopig, wat staat mij te doen?

Een jongen komt aangefietst, wijkt uit voor mij die naar haar te roepen staan. Hij schuift uit,  valt, een vrachtwagen probeert hem te ontwijken & slaat om. Ik hoor hoe zijn hoofd verbrijzeld wordt. De lucht verduistert verder, wolken trekken samen tot het zwarte kleed van de nacht. Dronken tieners hebben een grijze BMW buitgemaakt & knallen die de gevel in van een huis op tien meter van mij. De helft van hun auto ricocheert de baan op, het meisje wordt uit de wagen geslingerd & is dood vooraleer ze voor mijn voeten ploft. Een andere wagen stopt, een man stapt uit, valt op zijn knieën, begint te bidden  midden op de weg. Jullie lopen lachend weg.

& Dan begrijp ik het. Er komen grillige scheuren in het beton. Iemand naast mij snijdt zich de keel over. Het gerommel in de verte zwelt aan tot een oorverdovende dreun.

Iedereen wist het al. Van ver, mijn richting uit, begint de aarde zich te splijten, met hemelhoge fonteinen van vuur. Shit. Ik heb nog een halve seconde, denk ik, net voor ik wakker word.

Geef een reactie

This website uses the awesome plugin.